“Weet je, ik me niet herinneren wanneer ik voor het laatst een hele nacht heb doorgeslapen” mijmer ik na weer een gebroken nacht. Niels kan er beter tegen dan ik. Hij is degene die voor ieder afwijkend geluidje een blik op de ankerbaai werpt. Je zou denken dat nu we maandenlang stationair liggen we geen nachtwachtjes hoeven te doen. Toch, een tropische regenbui met 40+ knopen wind kan ons anker en/of die van de buren zomaar lostrekken, met alle gevolgen van dien. Dan is de baai ineens bezaaid met van die felgele capuchons. Per boot vaak eentje voorop en eentje achter de helm. Schreeuwend en wild gebarend. Wij starten meestal de motor; paraat voor wat komen gaat. “Eigenlijk moet de boot altijd soort van stand-by staan” oppert Niels wanneer we aan de koffie zitten. Het cycloon seizoen is begonnen, dus als er iets onze kant op komt … 

Het cycloonseizoen in de Stille Oceaan is anders dan op de Atlantic. In juni 2021 waren we op Martinique toen er plots een orkaan op ons afkwam en we in de hurricane hole moesten schuilen. Hier loopt het seizoen niet in de zomer maar van december tot mei. En de Society eilanden, waaronder Moorea, liggen in een grijs gebied qua risico. Mocht er dus een cycloon ontstaan dan komt die vanuit Australië en Nieuw-Zeeland via Fiji richting Frans-Polynesië. We varen dan Noordwaarts, richting Kiribati of zelfs Hawaï om een geografisch beeld te schetsen, tot het overgewaaid is. Sommige zeilcollega’s verblijven op de Markiezen, wat een lichter grijs gebied is. Daar of hier is en blijft een gok, dus moeten we soort van stand-by staan.

Onze ankerbaai ligt in een lagune, dus het meest veilige is om op de motor tussen het rif door te varen © ahoipaulina

Zeiltochtje
Ik neem een slok koffie en denk hardop: “Als we dan toch alles zeevast zetten enzo, kunnen we net zo goed een dagje gaan zeilen!” We liggen nu 3 maanden voor anker op Moorea en geloof het of niet, sinds ons vertrek in 2020 hebben we geen één keer zomaar een dagje gezeild. Gewoon voor de lol, zeg maar. Zeilen doen we alleen nog maar om vooruit te bewegen. Op dezelfde dag op dezelfde plek terugkomen is vaak geen goed teken. Ten eerste is het gewoonweg veel werk. Of het nu voor een dag is of voor een week, je moet vrijwel dezelfde voorbereidingen treffen. En ten tweede is het een risico. Wat als er iets breekt? Echter, stil blijven liggen geeft ook geen garantie. Integendeel…

Bilge alarm
Nog geen week later worden we uit onze slaap gerukt door een krijsend alarm. “De bilge!” Ik zwier in één beweging mijn benen over Niels hoofd, hijs mezelf uit de voorpiek en trek het vloerdeel van de hoofd bilge open. Ik twijfel waarover ik meer verbaasd ben: ik als eerste op of de bilge dat vol water staat. “De schroefas van de motor lekt” hoor ik uit het motorruim. “Waarschijnlijk door aangroei, omdat we zolang stilliggen”. Met een druk op de knop pompen we het zeewater uit het motorruim over naar de hoofd bilge – het diepste punt van de boot – waarna het via de hoofdpomp naar buiten geheveld wordt. Niels vet de schroefas in. Ik start de motor, zodat de as in werking wordt gezet. Twee uur later is de lekkage geminimaliseerd tot een paar druppels per minuut. We kruipen nog even terug in bed met een stuiterende kat boven ons op dek.

Onze oude bijboot, vaak een natte rit, zie ook filmpje met onze meest bijzondere momenten 

Klaar voor de start
Weer een paar dagen later is het zover: we gaan een dagje zeilen! Het is niet zo dat we zelf vastgeroest zijn, maar in de tussentijd is er het een en ander bijgekomen of veranderd aan de boot en dat maakt het wat extra uitdagend. Zo hebben we duiktanks op dek – die moeten nog een zeevaste plek krijgen. Een kattenbak – hoeveel weken nog? Daarnaast hebben we een andere bijboot – eentje met een harde bodem van aluminium. Het is de perfecte maat voor op Black Moon. We hadden er heel lang naar gezocht en ineens zette onze voorbuur er eentje van slechts 1 jaar oud te koop. Daarnaast een zwaardere buitenboordmotor – overgekocht van onze naaste buur. Op onze beurt verkochten we onze oude rubberen bijboot aan, jawel, onze achterbuur. Nogmaals: mana is hier sterk!

Motor faalt
“Bijna klaar om anker op te gaan?” Niels knikt. “Dan start ik de motor alvast!” juich ik zowat. Ik zet de gashendel stationair op ca 1500 toeren, even 10 seconden voorgloeien, en draai vervolgens het sleuteltje volledig om: “tak”. Na drie pogingen start ie nog niet. We controleren de batterij spanning – zowel de woonaccu als de startaccu is in orde. “Dus dan zit het ergens in de motor zelf” Niels opent het koffertje met reserveonderdelen. We lopen het systeem stap voor stap door zodat we het een en ander uit kunnen sluiten. Eerst controleren we het startrelais (een soort ontvanger) – ziet er nog goed uit. Dan testen we de solenoïds: met behulp van een schroevendraaier omleiden we deze. Niels houdt de brug vast terwijl ik de sleutel omdraai – wederom zonder resultaat. “De startmotor ontmantelen dan maar” zegt Niels lichtelijk bezorgd. Tja, voor alles een eerste keer!

Onze Vetus motor, het onmisbare boek, de koffer met “hopelijk zit er nog een reserve in” en een actie plaatje: motorolie verversen

Vastgeroest
Steeksleutels en ratels klinken in het motorruim. Het is alleen al een uitdaging om de startmotor eruit te krijgen, laat staan om ‘m volledig uit elkaar te halen. “Wow, moet je zien wat een roest van binnen”! De startmotor wordt zorgvuldig op tafel gelegd, klaar voor de operatie. De bouten blijken ook vastgeroest te zitten en al gauw loopt Niels een oorlogswond in z’n hand op. Buurman Daniël en ik assisteren: generator bij, verlengsnoer uit, slijptol aan en van iedere stap foto’s maken om niet de klassieke fout te maken dat er één onderdeel overblijft. Bij het openen wordt de mogelijke oorzaak gevonden: de pinion zit volledig vastgeroest. Kwestie van schoonmaken en invetten…?

De test
Inmiddels is het donker buiten. Onze magen rammelen. We trakteren Daniël een andere keer als dank voor zijn hulp en morele steun – wat een niet te onderschatten meerwaarde is. Wij moeten nog even door. Zoals met elke klus zijn werkelijk alle registers opengetrokken. Om het te verbeelden: het bed ligt overhoop, de banken zijn bezaaid met spullen, de kombuis is onbruikbaar geworden, gereedschap overal om ons heen. Kortom: je kunt je kont niet meer keren. Maar acht uur later zijn we zover dat alles weer geïnstalleerd is en we de motor gaan testen. Ik draai het sleuteltje om en … “Vroem” het is gelukt!

Pinion voor en na, Niels met een mandage ipv bandage

Groot onderhoud
De dagen erop besteden we nog wat extra aandacht aan ons trouwe motortje. Slecht één keer eerder liet ie ons in de steek, toen we na 16 dagen zeilen Suriname in het donker binnenliepen. Dat leverde een spannend verhaal op. We zijn dan ook opgelucht dat we er nu in kalme condities achter zijn gekomen en niet wanneer het er echt op aan kwam. Overigens is het motorruim één keer eerder ondergelopen, zo’n 2 jaar geleden op Kaapverdië. Alleen toen ontdekten we het bij toeval op tijd en liep het niet helemaal over tot in de hoofdbilge, waardoor de startmotor wel droog bleef.

We plannen maar gelijk een groot onderhoud: olie verversen, oliefilter vervangen, koelwatervloeistof controleren, diesel filters controleren, impeller controleren, v-snaar controleren, groffilter schoonmaken, etc. Op de boodschappenlijst voor Tahiti komt een ‘bilgepomp float switch’ te staan. Door deze op de bodem van de motorbilge te plaatsen, slaat de pomp automatisch aan en blijft het motorblok droog. Het voelt goed om naast de boten waar we oppassen ook de nodige aandacht aan Black Moon te geven.

“Wat zou je eigenlijk op je verjaardag willen doen?” vraagt Niels. “Zeilen” begin ik serieus en grijns: “Maar een tripje met onze nieuwe bijboot is ook leuk!”

Share: