Na drie regenachtige dagen op zee begint de kuip weer een beetje leefbaar te worden. De tros bananen uit Fiji hangt verslagen aan de reling te bungelen, merendeel heeft zich collectief overgegeven. Beste reden om het laatste etmaal op zee met een versgebakken bananencake door te brengen. Alleen al het gegeven dat ik op het idee kom is positief. We hingen er namelijk ook een beetje zoals die bananen bij, binnen op de bank, met de luiken gesloten. “De vulkaan is al te zien” fluister-schreeuwt Niels. Samen kijken we in het duister naar een rode gloed voor ons. “Dat is nog eens een vuurtoren” zeg ik na een tijdje. Geen reactie. Niels is al in bed gekropen. Ik pak er maar een fleece dekentje bij om mijn laatste wachtje wat comfortabeler te maken. Met iedere mijl die we afleggen transformeert de gloed in een borrelende massa, afgewisseld door felrode strepen. Vuurwerk zoals ik het nog nooit eerder gezien heb.

Oerachtig
In de vroege ochtend zien we de verdere contouren van het eiland Tanna en tuffen we de ankerbaai van Port Resolution binnen. Met twintig boten is het er bizar druk vanwege de Australische Underground Rally. We vinden een plekje op steenworp afstand van rotsen, waar het gesteente rookt en het water kookt. De hele dag krijgen we geen gehoor op de radio, waardoor de vrijdag langzaam overgaat in een weekend. Zonder ingeklaard te zijn gaan we de dag erop toch even poolshoogte aan wal nemen. De wandeling naar het dorpje is zalig, de vegetatie is oerachtig en de mensen evenzo. Het dorpje lijkt gevestigd in een oude krater. We lopen langs rieten daken, niet veel hoger dan een tuinhuisje. Met onze westerse bril op zijn we geneigd om het hutjes te noemen. Maar het zijn net zo goed huizen, hoe klein en primitief dan ook, zoals onze boot.

We zijn op zoek naar de man die de tours naar de vulkaan voor zeilers regelt. Schijnbaar mag je er niet zelfstandig heen. Logisch ook wel – je zult er maar in tuimelen zeg. Alleen horen we van onze bootburen dat de privé tour vanuit deze baai niet betekent dat het ook exclusief is. Op een heldere avond – zoals mogelijk dit weekend – rukken alle resorts rondom het eiland uit om daar met honderden in een krater te staan koekeloeren. En om de 80 euro per persoon te kunnen betalen moeten we voor 50 euro een rit naar de stad nemen, wat een halve dag in beslag neemt. Wat een gedoe denken we bij onszelf. Alsof dit de enige actieve vulkaan ter wereld is. Indonesië en de Filipijnen staan er vol mee. In het kader “nu we er toch zijn” proberen we het morgen alsnog te regelen, zodat we maandag met goed weer door naar het hoofdeiland kunnen.

Rokende rotsen en kokend water op Tanna

Vulkaanuitbarsting
De volgende ochtend word ik gewekt door een lokale vulkaanuitbarsting. Niels staat vloekend en tierend emmers water te scheppen. “Wat is er?” Ik steek mijn hoofd uit het luik. Oh, ik zie het al. Zwart, alles is zwart. Het drijvende dorp ligt letterlijk onder de rook van de vulkaan. En het is niet zomaar as, vulkanisch as bestaat in feite uit glasdeeltjes die krassen en overal tussen kruipen. We spoelen het dek, de ramen, de kuip, het stuur, de zeilen, het beslag, de lieren, het canvas, de ritsen, de buitenboordmotor, de bijboot, en ga zo maar door. Urenlang zijn we zoet met zout, want de watertank is bijna leeg en water maken zit er dus ook niet in hier. Tijd voor koffie. Gefrustreerd ploffen we neer. Ik geloof dat we de vulkaan dichtbij genoeg hebben gezien…

Vulkaanas op dek en -rook tijdens het zeilen

Licht ontvlambaar
Met de wind en rook mee zetten we koers op het hoofdeiland Efate, een etmaal varen. Urenlang worden we nog achtervolgd door de geur van lucifertjes. De zee gedraagt zich ruw en er staat veel meer wind dan voorspeld. Wanneer dan ook de watervoetpomp uitgeveerd, de oven uitgeswingd en zelfs de toiletpot uitgezeten is, blijft de stemming aan boord licht ontvlambaar. Op Efate aangekomen kunnen we dan eindelijk inklaren, en dat voor de helft van de prijs. Wel besluiten we om eerst het schip weer op orde te brengen. Het is namelijk een huishouden van Jan Vulkaansteen.

Boiler
Op Efate is de vers markt de grootste hit, gevolgd door de hardware store. Voor deze laatste shop gaan we met het openbaar vervoer, van die kleine pendelbusjes met klapstoeltjes, een leuke manier om wat van de omgeving te zien en een praatje met locals aan te knopen. We kopen een waterkraan voor echte keukens en zelfs een elektrische waterpomp. De rest repareren we met spullen aan boord. Twee volle dagen zijn we er druk mee, maar dan hebben we officieel stromend water aan boord, inclusief een douchekraantje aan dek! De volgende upgrade wordt een boiler” grap ik maar niet heus. Zodra we op de Middellandse Zee zijn krijgen we weer met Europese seizoenen te maken. Na onze Spa-klusweek op Fiji zeg ik geen nee meer tegen een warme douche.

We zeilen met een tijdelijke watertap in de gootsteen en oven op de vloer met fenders tegen het schuiven 

Lonely planet
Vrijwel alle zeilers die we op Vanuatu spreken hebben de vulkaan op Tanna bezocht. Ik vond het zelf ook heel jammer eigenlijk – had me er echt op verheugd bij aankomst. “Maar tot voor vertrek uit Fiji wist je niet eens dat er een vulkaan was” merkt hij scherp op. En zo heeft ieder eiland zijn eigen Unique Selling Point, wat het FOMO-gevoel continu aanwakkert. We concluderen dat we gewoon andere type zeilers zijn, misschien iets traditioneler. We navigeren liever op pilotboeken in plaats van de populaire Lonely Planet gidsen.

Black Moon is het belangrijkst, we zijn volledig afhankelijk van elkaar. Wij houden haar veilig aan land, zij houdt ons veilig op zee. We zijn zelf altijd verantwoordelijk voor de juiste koers. En hoe verleidelijk al die hotspots ook zijn, we zijn reizigers, geen toeristen. Wanneer je bereid bent om er dik voor te betalen, trekken de eilanders heus wel hun bosjeskostuum voor je aan, maar de échte Black Magic wordt niet getoond.

Om op eigen kiel op een volgend continent of eiland aan te komen, het snuiven van een nieuwe cultuur, woordjes leren uit een andere taal en het ontmoeten van een paar eilanders met hun kenmerkende uiterlijkheden die we eerder alleen uit reisboeken kenden, zouden al bijzonder genoeg moeten zijn. Wij vinden dat bijzonder genoeg. Met die gedachten laten we de rokende Vanuatu achter ons, verder de oceaan op, waar we de werkelijke Lonely Planet inzeilen.

Share: