Het vertrek naar Afrika komt dichterbij. En daarmee dienen ook de last-minute klussen zich aan. Een van de belangrijkste – zo dachten wij – is het behalen van een negatieve PCR-test en het uitklaren uit Europa. Normaal gesproken concentreren we ons vooral op het controleren van het tuig (zeilen, verstagingen en lijnen), de motor, het proviand, de route en het weervenster voor de komende dagen. Nu komen daar deze extra dimensies bij. Dat voelt gek. Op zaterdag 5 december lijken we er klaar voor te zijn. En zo niet, dan toch. Want de Covid-maatregel vertelt ons dat we binnen 72 uur moeten vertrekken…  

‘Daar gaan we dan’, zucht ik tegen windkracht 5 in. Ik sta achter het roer, terwijl Niels het anker ophaalt. Pal boven de ankerbaai van Las Palmas is het donker. De hele ochtend al hangt er een spanning in de lucht. Drie bootjes van maar liefst 30+ voet zetten vandaag koers op de Noord Atlantische oceaan. We vertrekken gelijktijdig met Sanuti. Onze Antwerpse vrienden Roger en Emma hebben een paar dagen terug besloten om niet meer naar Kaapverdië te gaan. Vanwege hun reisplan van een jaar steken ze de Atlantic direct over om wat tijd in de Cariben in te halen. Heel jammer dat we al zo snel afscheid van elkaar moeten nemen, maar ook dit hoort bij het cruiser bestaan. Je eigen koers blijven varen. Een paar uurtjes na ons vertrekken ook onze vrienden van Philos, met Jeroen, Vera en hondje Bruno uit Hengelo. Hen zien we weer op de Kaapverdische Eilanden en mogelijk ook in Suriname. Vlak buiten de ankerbaai zetten we zeil en als een raket schieten we de oceaan op. De eerste paar dagen staat in het teken van inslingeren en om de gebeurtenissen aan land nog eens de revue te laten passeren. We hebben het vooral over de leuke tripjes en gezellige borrels. En over de bizarre gebeurtenissen, zoals het uitklaren en de PCR-test.

Twee dagen geleden
Het uitklaren stelt schijnbaar niks voor. Geen stempel in het paspoort; geen formulier voor in onze administratie; geen sticker op ons voorhoofd. Niets, nada, noppes. De politieagent tikt wat op zijn toetsenbord en dan zijn we volgens hem uitgeklaard. Hoe dan? Het is afwachten of ze het daar in Afrika net zo over denken. De PCR-test is nog bizarder. In overleg met Sanuti en Philos kiezen we een kliniek midden in het centrum. Niels en ik gaan er als eerst naar toe: 110 euro staat er op de prijslijst. Bij de balie aangekomen blijkt dat we een voorschrift van de huisarts moeten hebben. En dat is heel toevallig bij de buren. Nog eens 30 euro, zonder ook maar een arts te zien of onze reden van de test te bevragen. Vanwaar dan een voorschrift? Dan de swap: de “labrat” probeert ook blijkbaar hier 1,5 meter afstand te bewaren terwijl hij het stokje door mijn linkerneusgat port. Alsof hij door een ketel hete soep roert en bang is dat er rode saus op zijn kleding spettert. Met twee bijna-bloedneuzen en een leeg gepeuterde portemonnee spreken we later Philos en Sanuti. Bij hen was de test 100 euro en de doorverwijzing 20 euro. ‘Ik ga terug en het wordt lelijk’, meld ik Niels. Met 40 euro in mijn zak loop ik triomfantelijk op de terugweg naar de kapper en ’s avonds eten we met z’n zessen een laatste tapas.

Terug aan boord
‘Oke, laten we het grootzeil nog eens extra reven’, oppert Niels. Met een klein puntje grootzeil en een half ingerold voorzeil (genua) worden we nog steeds heen en weer geslingerd. Niks geen Afrikaanse warmte en lange deining. Het lijkt de Noordzee wel zo met die klotsgolven. Ik trek de kraag van mijn zeiljas nog iets hoger op. WHOESH! Een enorme breker tegen de romp en in de kuip… We gooien er een paar emmers zoet water tegen aan. Met zout op de teakbanken wordt het anders wel een erg klamme nacht. We worden niet voor niets Poets Moon genoemd door onze boatbuddies. ‘Shit, die breker heeft de hydrovane verschoven’, Niels kruipt over de achterkajuit om de windvaan (soort automatische piloot dat op de wind stuurt) te bekijken. De mantel is dermate verschoven dat het de boot niet meer op koers kan houden. Ik neem het roer van de hydrovane over en surf een uur lang geconcentreerd op de golven, terwijl Niels op de zwemtrap balanceert om onze geblesseerde piloot weer tot leven te wekken. ´Weet je nog de vorige eigenaar?´

Twee jaar geleden
‘Niels, ik zie op Facebook een hydrovane én een satelliettelefoon te koop staan!’. We varen naar de haven waar de huidige eigenaren met hun 50 voeter verblijven. Een prachtschip. We stappen binnen en zien de kapitein in een van de rookstoelen zitten. Niet dat hij rookt, integendeel. ‘Zijn jullie soms al op reis geweest dat jullie ze verkopen?’, vraag ik nieuwsgierig. Was het maar waar, begon hij. Ze hebben zolang gewerkt en gespaard om het schip van hun dromen te kopen om daarmee de reis van hun dromen te maken, dat het nu te laat is. Zijn hartinfarct een paar maanden terug heeft hen dermate beangstigd dat ze niet meer gaan. Geluk bij ongeluk was een bevriende arts bij hen toen het gebeurde. Zijn held. De ongebruikte hydrovane en satelliettelefoon worden overgeheveld op ons notendopje.

Terug aan boord
‘Palaver! De genua begint te scheuren…’, roept Niels naar binnen. Shit, nou dat weer. De genua hebben we nog hard nodig voor de grote Atlantische oversteek, maar wisselen voor de fok zien we echt niet zitten in deze heksenketel. Dat zou ons zeker een uur werk kosten, waarbij een van ons op de preekstoel zit om het voorlijk van de fok door de gleuf te geleiden. Geen van beide heeft zin in deze Turbopoliep. We hijsen het kotterfokje en een puntje grootzeil aan weerszijde. Deze setting is ook iets comfortabel, maar de kuip blijft een natte bedoening. ‘Pff, weet je wat, we blijven gewoon binnen. Er is al dagen geen verkeer´, oppert Niels. We installeren binnen de iPad met daarop de navigatie en zwengelen de satelliettelefoon (Iridium Go!) aan. Binnen een straal van 100 mijl worden er berichtjes met onze boatbuddies heen en weer gestuurd. Zij zitten uiteraard in hetzelfde schuitje; de een nog zeezieker dan de ander, ook een puntje zeil en binnen schuilen. Sanuti bericht nog dat ze een enorme mahi-mahi beet hadden met het aasje dat ze vlak voor vertrek van ons hadden gekregen. Helaas brak de lijn. Herkenbaar…

^Niels vangt een tonijn! Sashimi bij aankomst…

Twee weken geleden
‘Hiermee moet het wel lukken. Volgens de verkoper vooral vanwege de kleur’. Niels kijkt hoopvol. Aan de hengel bungelt een felroze inktvisje. Ik zie de dinghy aan de horizon verdwijnen, een stukje oceaan op. Een uur later komt hij terug. ‘En is het gelukt?’. ‘Yep, een enorme mahi-mahi’, begint hij en geeft de hengel aan me. De gehele spoel van maar liefst 200 meter lijn is verdwenen. ‘Hij spurtte ervan door, de hele lijn liep leeg en brak voordat ik ‘m kon vergrendelen. Hij sprong nog omhoog en zwom onder de dinghy door’. ‘Hoe groot dan?’. ‘Zo groot als de dinghy! Later bedacht ik wat nou als de lijn niet was geknapt. Hoe had ik dat monster in dit bootje gekregen’. ‘Haha, visje uit blik dan maar?’.

^Niels heeft een horsmakreel gevangen; mooi maatje voor twee personen. Greetje bakt een cake van de overrijpe bananen; zelfs binnen moet een veiligheidslijn aan!

Terug aan boord
‘Oke d’n Roger, de wedstrijd is begonnen dus, ik gooi ook een hengel uit’, zegt Niels. Binnen vijf minuten hangt er een tonijn aan. Die gaat de koeling in; sashimi bij aankomst. We vangen nog een horsmakreel voor bij het diner. Dan is het weer tijd om te schuilen. Ons maantje vibreert en kraakt. Een paar onstuimige nachten liggen we binnen. Ieder kwartier worden we gewekt door een enorme breker, schuiver of klappend zeil. We hebben nog steeds enkel het kotterfokje en een puntje grootzeil staan. Geregeld sproeit er liters zout water door de kajuitopening. Toch voelen we ons veilig in onze bubbel. De dagen, uren en mijlen worden vloeibaar. Overdag luisteren we podcasts, draaien muziek, doen gekke dansjes, bakken brood, lezen wat, schrijven dit. Geregeld kijken we via de kajuitopening naar buiten en zien de rode vaan heen en weer flappen. De piloot is weer helemaal in zijn element. Onze held!

^De rode vaan van de hydrovane stuurt op de wind en houdt daarmee koers.

Share: