“We zitten zo echt gevangen!”. Ik slik. Koortsachtig bestuderen we de route op het ene scherm en het weerkaartje op het andere. Steeds hopend op een wonder waardoor we vanaf morgen alsnog wind krijgen. We dobberen nu al 9 dagen op de Stille Oceaan. Hij doet z´n naam eer aan. “Als we geluk hebben pakken we over een paar dagen nog nét het staartje van dit windveldje mee”. We scrollen door naar de overige vijf dagen. “Maar als we pech hebben komen we officieel in deze doldrum terecht. Dan doen we er misschien wel twee maanden over!” We trimmen de zeilen dag en nacht. Dagelijks doen we wel zo´n zes zeilwisselingen. Maar nog gaan we niet snel genoeg. Het onderwaterschip raakt enorm aangegroeid wat Black Moon alsmaar remt. We ervaren een vicieuze cirkel dat invloed heeft op álles: proviand, brandstof, drinkwater, energieopbrengst, aantal dagen op zee, deadline aankomst en kans op schades. Nooit eerder deze reis waren we zo kwetsbaar… 

Week 1: De groeten van Neptunes
Op 12 februari 2022 zijn we klaar voor de grootste oversteek van onze reis: 4.000 mijl waar we naar schatting 32-40 dagen over zullen doen. Bestemming: Frans-Polynesië, een weinig bezochte eilandengroep midden in de Stille Oceaan. Via de achterdeur verlaten we Panama City en daarmee zeggen we gedag tegen vaste land; misschien wel voor een of twee jaar. Dit keer zijn er geen cruiser vrienden die ons uitzwaaien. Toch zijn we niet alleen. Nog zo´n vijf boten zetten dezelfde koers en vertrekken druppelsgewijs. Via de satelliettelefoon houdt het kleine konvooi elkaar op de hoogte. Het begint goed met een bezeilbaar briesje, vlakke zee, vers gevangen vis op de BBQ (al zeilend!), kuiptafeltje uit en genieten van de eerste zonsondergang op zee. “Dit is wel goed vol te houden zo”, juich ik achteraf gezien te snel. Neptunes, die we over een paar dagen zullen ontmoeten, luisterde kennelijk al mee.

Week 2: Evenaar en even naar
Na een week dobberend en roffelend om koers onderlangs de Galapagos archipel te bevaren geven we het op. De aanbevolen route gaat gewoonweg niet. En we zijn niet de enige. We koersen dan maar bovenlangs. De motor roffelt een hele nacht, omdat we anders officieel in de doldrums terecht komen. Maar ook dit heeft consequenties: mogelijk verbruiken we zo 2/3 van de diesel en dan zijn we nog niet eens op de helft! Vervolgens doen we iets wat eigenlijk niet mag: we gaan dwars tussen de eilanden door. Anders kost het ons dagen en dagen extra. We zien niets van de eilanden, behalve een paar meeliftende vogels die tot slot een boodschap op het voorzeil achterlaten. Stank voor dank. Zo loom als een hoogbejaarde Galapagos schildpad schuifelen we vooruit; gemiddelde snelheid slechts 3,3 knopen in plaats van onze gewoonlijke 5. Dan komt er ‘s ochtends ineens wind: zeilen omhoog, motor uit, reven en nog meer reven. Hoppa!

Als een raket vliegen we evenaar over. We tellen af totdat de laterale coördinaten alleen maar nullen tonen. Op de grens van het Noordelijk halfrond naar het Zuidelijk halfrond doen we een offer aan Neptunes. Blijkbaar viel de rum niet in goede aarde, uh water, want de volgende dag zit alles tegen. We gaan te traag en te zuidelijk, de motor lekt diesel, de watermaker maakt rare geluidjes, de Hydrovane trekt de koers met lichte wind niet, het bandje in de autopilot scheurt, een mastlier slijt en tot slot (tot zover): er groeit van alles aan het onderwaterschip waardoor we alsmaar langzamer gaan! “We móeten het water in”, besluit Niels. Ik gooi een safety line uit dat achter de boot drijft en sta bewapend met een misthoorn op haaienwacht. Niels gaat over boord, bewapend met een duikbril en krabber.

Week 3: Steeds verder van huis
De schoonheidsbehandeling doet wonderen – vergelijk het met de geschoren benen van een wielrenner – maar nog zijn er dagen en dagen bij dat we door stroop lijken te varen. “Waar blijft die beloofde passaatwind?”. Gefrustreerd door de aanhoudende wind van voren kruipen we ´s avonds achter de laptop om een filmpje te kijken; even ontsnappen van de realiteit. De dagen rijgen aaneen en na bijna 3 weken komen we over de helft qua mijlen: nog 2.000 te gaan. Resterende dagen: verrassing! We lezen ons suf, repareren het hoognodige, passen de zeilen continu aan en kokerellen in de kombuis. De laatste schillen papaja, ananas en avocado vliegen overboord. De moederyoghurt wil na een paar herhalingen niet meer lukken. Maar de broden zijn gelukkig geen misbaksels. Niels certificeert me als beste bakker van de regio!

Bij 05 graden Zuid gaat de klok een uur terug en dat zullen we deze tocht nog eens drie keer moeten doen. Met ca 10 uur verschil geraken we steeds verder van huis, al lijkt dat met enkel de tijdsaanduiding en blauw om ons heen wat abstract. Zo filosoferen we een tijdje over tijd. Totdat we plots een drijvend dorp aan Chinese visboten binnen komen zeilen. Of beter gezegd: stad. Met zonsondergang varen we er dwars doorheen en vergapen ons aan de vele roestbakken die hier al jaren en jaren aan een drijfanker liggen. Tientallen Chinezen zwaaien vanaf hun achterplecht naar dat kleine scheepje dat glorieus in al haar vrijheid voorbijkomt komt zeilen. We dachten dat we alleen waren, maar nu worden we omringd door honderden schepen, duizenden mensen. Maar het huilen staat nader dan het lachen, want gezamenlijk vissen ze de oceaan leeg. De zon gaat onder, de tl-balken plinken aan. Nog tot diep in de nacht zien we van een afstand velden lichtvervuiling in de donkere einder. Heel surrealistisch. Alsof er ergens op aarde nog steeds een oorlog gaande is…

Week 4: Verdwaald in een blauwe woestijn
“Yep, nog steeds hetzelfde uitzicht”, roep ik naar binnen. Met een ochtendkoffie in de kuip bestuderen we de golven. We lijken wel verdwaald. Zo kwetsbaar als in een woestijn. Onze Piramide van Maslow is als een kaartenhuis; de primaire levensbehoeftes houden elkaar staande. Dus als er één wegvalt… Met die zorg in het achterhoofd en dingen die gaandeweg misgaan wekt dat veel frustraties op. Deze week vinden we het allebei wat minder leuk allemaal. We zijn niet bepaald de leukste versie van ons zelf, waarbij vooral maantje de wind van voren krijgt. “Hadden we maar een camper gekocht”, jammert de een. “Waren we maar op de Atlantic gebleven”, verzucht de ander. Noodgedwongen proberen we de kunst van het relativeren onder de knie te krijgen. Om maar érgens grip op te krijgen. Hoewel we heel graag in het hier en nu proberen te leven hebben we het steeds vaker over de toekomst; hoe verder met deze reis, maar ook andere dromen. Keuzevrijheid is immers ook vrijheid.

Op het juiste moment hebben we te midden van deze blauwe woestijn een persoonlijke mijlpaal te vieren. We zijn 18 jaar samen. “Zijn jullie dan al zo oud?”, horen we jullie aan de andere kant van de wereld denken. Nee, we waren nog zo jong. Maar ik denk dat het een kracht is – voor zo´n reis als deze – dat we elkaar door en door kennen. Dat we weten wat we aan elkaar hebben en wat van elkaar te verwachten. Want ál het andere is onzeker. En dat zorgt voor zowel positieve – als negatieve spanning. Maar bij elkaar voelen we ons veilig. Zelfs voor een doorgewinterd stel als wij is het pittig om 24/7 samen te zijn, samen te ondernemen, samen op een hele kleine ruimte te leven. En ook wij worden dit keer enorm op de proef gesteld. Dus deze heugelijke dag is goed voor de moraal, dus trekken we wat luxe potjes en blikjes open voor een feestelijke tapas. Zoals we dat toentertijd als 19-jarigen ook deden.

Week 5: We zijn er bijna, maar nog niet helemaal
“We maken water!”, roept Niels. Dit keer geen maanwater om te drinken, maar ordinaire zeewater. Water dat vanuit de oceaan ons schip binnen komt sijpelen op een plek waar dat niet hoort. Categorie: catastrofe! Door de continue druk van golfslag en stroming is de scheg – het deel tussen de kiel en het roerblad – gaan bewegen, waardoor er delaminatie is ontstaan en er dus water doorheen kruipt. We trekken het tapijt in de achterkajuit open en rammen de natte, houten panelen eruit. Een tijdelijke noodreparatie met epoxy volgt. En dat alles op de verjaardag van Niels. Wat een feest! Om deze schade – of mogelijke constructiefout – op te lossen moet Black Moon wellicht uit het water. De mogelijkheden in dit deel van de Pacific is beperkt, net als ons budget. Onze gedachtes maken overuren. Zeeën van tijd. Nog 8 dagen…

Krokante snoeten, wallende ogen, vereelte handen, stramme lijven, verslonden boeken, geschavielde lijnen, gekrakeelde zeilen, geplunderde voorraden… Na 37 dagen de Stille Oceaan in 50 tinten blauw gezien te hebben, is daar eindelijk land in zicht. Of is het een Fata Morgana? We zijn er stil van.

Share: