“Vanaf hier zijn het eigenlijk maar stukjes van vier tot zeven dagen” zegt Niels bijna achteloos. “Stukjes” herhaal ik. Dat waren precies de oversteken in ons eerste jaar. Vier dagen naar Spanje, zeven dagen naar Kaapverdië. Toen spraken we niet over stukjes. Dat waren flinke mijlpalen. Blijkbaar zijn we dusdanig gegroeid en comfortabel op zee geworden dat we het vanaf nu over stukjes hebben. De bestemmingen daarentegen, die beschouwen we zeker wel als mijlpalen. Wat dacht je van Cook, Tonga, Fiji, New Caledonië, Australië? Deze en nog een aantal onbekendere eilanden zijn allemaal stipjes die één voor één op de horizon zullen verschijnen. Australië is dan de eindbestemming voor dit jaar en tevens de start van ons vervolgplan…

Terug op Tahiti
Zes weken lang hebben we geen gereedschap gebruikt – op een machete voor kokosnoten, een bijl voor brandhout en een hengel om vis te vangen na. Sinds lange tijd voelde het als vakantie. Dat wil niet zeggen dat er geen bootklussen te doen waren, er is altijd een lijst. Vooral nu we ons voorbereiden op ruim 2.000 zeemijlen dit jaar. Tahiti is een van de weinige eilanden op Frans-Polynesië met faciliteiten en winkels om deze lijst af te kunnen vinken.

Wonend vanachter anker is het verblijf hier vrij dramatisch. De beste ankerplek (lees: de minst risicovolle) is bij “Airport Anchorage”. Niet omdat de vliegtuigen zo laag vliegen – wat ze wel doen, want we liggen pal voor de landingsbaan – maar het gezwier en getrek aan het anker, vooral vanwege de onstuimige wind die over het ankerveld blaast en de stroming die ons naar de ondieptes stuurt. Het is 24/7 oppassen geblazen. Dan nog de lange en vaak wilde ritten met de bijboot om in de stad te komen maakt het erg vermoeiend en tijdrovend. Zeker gezien het lokale werk ethos minimaal en de uitgaven maximaal te noemen zijn.

Een tegemoetkomende squall voor ons en slecht weer achter ons op de Airport Anchorage in Tahiti

Klussenlijst
Tahiti is natuurlijk meer dan alleen de hoofdstad Papeete, het is dus oneerlijk om het zo negatief af te schepen met enkel onze ervaring. We komen hier namelijk niet voor de monumentale watervallen, de traditionele dansfestivals en wereldberoemde surfwedstrijden. Sinds lange tijd – én tot lange tijd – zijn we in een soort van beschaafde wereld waar bijna alles te verkrijgen en te regelen is. Als je geluk hebt. En veel geld. En wat geduld. En niet te hebberig wordt. Hier kunnen we Black Moon shipshape maken.

Een kleine greep uit de lijst: alle zeilen en verstagingen controleren (terwijl je zowat levend verbrand wordt), een routeplanning (wat een behoorlijke uitdaging is om de twee ARC vloten te omzeilen), visums en inklaar procedures voorbereiden (we zijn heel erg verwend geraakt hier het afgelopen jaar), satelliettelefoon activeren (met de komst van Starlink lijkt onze Iridium Go uit het Stenen Tijdperk te komen), vloeken op het AIS apparaat dat ineens niet meer werkt (andere boten kunnen onze boot niet meer op hun plotter zien. Helpdesk: of we het eventjes terug naar de fabriek kunnen sturen…), het onderwaterschip schrobben (er zit bijna geen antifouling meer op), provianderen voor minimaal 12 weken (denk aan de logistiek!). Voorpret!

Greetje hijst Niels in de mast voor tuininspectie en samen de zeilen controleren/repareren

Microsamenleving
De “dinghy dock” is de parkeerplaats voor bijboten. Als je dan zo de Marina in komt tuffen, tevreden dat je bijboot je veilig naar wal heeft gebracht, op zoek naar een geschikt en veilig plekje, het dan zorgvuldig aanlegt, op slot doet, vervolgens op de kade klautert en nog eens omkijkt of je niets vergeten bent en of je je bootje wel zonder toezicht achter kan laten, dan kijk je nog eens goed naar de buurbijboten. Bij welk moederschip zouden ze horen? Wat zou het voor eigenaren zijn? Wat voor nationaliteit? Reizigers of blijvers? De “dinghy dock” is een soort microsamenleving. Je kunt er veel vanaf lezen.

Aluminium bijboten behoren vaak bij blijvers die hier werken – ze zijn duur, onverwoestbaar en vooral minder geschikt om mee “op sleeptouw” te nemen. Er zijn hele luxe boten met zelfs een stuur console – deze behoren dan tot evenzo luxe jachten met uiteraard een volwaardige stuurhut ergens torenhoog, vaak zijn het deelnemers van de ARC of een andere rally. Dan zijn er bijbootjes zoals die van ons – de middenklas wereldreizigers die een precies passend maatje hebben en er zuinig op zijn.

Tot slot zijn er nog de clochards – de zwerfbootjes waarvan je denkt dat ze achtergelaten zijn. De tubes zijn lek, waardoor de drijvers half leeg zijn. Er staat water tot aan de enkels (zee- of regenwater is om het even). De motor start niet meer of ontbreekt inmiddels. Een drijvende halve peddel maakt het plaatje compleet. “Franse vlag, stalen knikspant. Wedden?” We hebben het vaak in de praktijk gezien, zowel op Martinique als hier. De Franse clochard hangt over de voorste leeglopende drijver, zwoegend met een enkele peddel richting z’n stalen knikspant. Niels en ik kijken elkaar dan altijd even aan en denken hetzelfde: Zover mogen we het nóóit laten komen!

Onze bijboot te midden van clochards

Crew gezocht
Een paar maanden eerder op Tahiti bezochten we de Marina voor een mogelijke klus. Via via kwamen we met een Hongaar in contact die onlangs een boot kocht en vanuit hier dus vertrekt met Fiji als stip op de horizon. Hij heeft wel zeilervaring maar nog nooit meerdaagse tochten gedaan. Dus zoekt hij ervaren crew. “Het zou wat voor ons kunnen zijn” denken we hardop. “Ja het zou een mooie eerste klus kunnen zijn” dromen we verder. We bekijken de boot (keurige Moody 42), ontmoeten de schipper (beetje vreemd), bespreken het honorarium (niet verkeerd) en nemen het reisplan door (3-6 weken, ai). Vertwijfeld lopen we de steiger af.

“Het feit dat we enthousiast raken om zoiets te doen, is een goed teken” begint Niels en vervolgt. “Maar de eerste klus moet ook een positieve ervaring zijn”. Ik knik. Wij twijfelen om drie redenen. Ten eerste: we moeten Black Moon achterlaten en dat betekent een hoop voorbereidingswerk, extra kosten en een relatief hoog risico. Ten tweede: opstappen is ook niet geheel risicoloos. Hoe betrouwbaar is deze schipper? Blijft hij kalm tijdens de oversteek en houdt hij woord bij aankomst of moeten we uiteindelijk de vliegtickets terug zelf betalen? Ten derde: we moeten ons eigen reisplan omgooien en geven letterlijk tijdelijk het roer uit handen.

Maan opkomst boven Tahiti; wonend op een boot zie je zoveel meer van de natuur elementen!

Master plan
We besluiten de klus af te slaan. Wel maken we een plan voor op langere termijn. We zijn namelijk wel enthousiast geworden om dit werkveld te verkennen, maar willen het dan wel professioneel aanpakken. Eerste stap in dit Master plan: diploma’s halen! In Australië willen we een wereldwijd erkende RYA Yachtmaster Offshore volgen. Met dit ticket kunnen we uiteenlopend werk doen. Van crew op een Superyacht tot deliveries van privé zeiljachten. Schijnbaar zijn koppels zoals wij geliefd in dit wereldje. We hebben al de nodige ervaring, vormen een goed team, hebben hetzelfde reisplan, delen samen een cabin, etc.

Stip op de horizon
Hopelijk hebben we tegen het einde van het jaar onze tickets al op zak en kunnen we in principe aan onze nieuwe carrière beginnen. Helaas komen we niet meer in aanmerking voor een werkvergunning in Australië (lees: te oud), anders konden we daar meteen van wal steken. Dat betekent dus verder zeilen, de Indische Oceaan over en dan waarschijnlijk via het Suez kanaal terug richting Europa waar stap twee volgt. Er tussenin liggen nog heel veel stipjes op de horizon.

We laten Moorea en Tahiti officieel achter ons, een nieuw stipje op de horizon: Huahine

Share: