“Zie je dat huisje daar?”, collega zeiler Charlotte wijst naar het strand. “Daar woont een kannibaal, maar die is op vakantie naar Tahiti”. Uhh. “Dat willen zeggen in de gevangenis”. Fieuw, ik zag me al bijna horizontaal met handen en voeten aan een stok boven een kookpot hangen. Ik had eigenlijk andere plannen tijdens onze vakantie. Frans-Polynesië staat bekend om kannibalisme tot in de 19eeeuw. Ik had dan ook niet verwacht dat dat nog steeds voorkwam. Niels weet weer te vertellen dat Nuku Hiva ooit 80.000 inwoners had en dat dit er nog maar een paar duizend zijn. Zouden die dan allemaal…? Hier moet ik onderzoek naar doen. “Hmm, weet je ook hoe, wat, wie?”. Charlotte vertelt een smeuïg verhaal. Ik denk dat we dit verhaal met een korreltje zout moeten nemen; zodra we weer internet hebben zoeken we het op. Het is eerst tijd voor vakantie activiteiten!

Paradijselijke attracties
Met de bijboot vol lege waterkannen varen we vanuit Daniëls Bay richting het strandje. Het is bijna hoogwater. Volgens de instructie van collega zeilers moeten we dicht langs de rotsenformatie blijven; via een geultje varen we dan zo een oase binnen. Een golf lift ons bootje op, waarna een tweede golf recht in de bijboot breekt. Vervolgens komen we in een stroomversnelling terecht. In mijn hoofd wordt de muziek van de Fata Morgana een tandje harder gezet tot dat we door de geul zijn gestuwd. Het orkest dempt en geeft ruimte aan vogelgekwetter en geitengemekker. We zien overal frisgroene fruitbomen langs het zoetwater kreekje. We hebben het paradijs gevonden.

We parkeren de bijboot bij de eerste woning. Het huis heeft geen elektriciteit, maar wel een kraan met drinkwater vanuit de bergen. Het is weekend, dus de kinderen zijn thuis van school en helpen ons de kannen te vullen. Tussendoor rennen ze rond met zelf geknutselde molentjes, bestaande uit een blad en een tak. Hoe simpel kan het zijn. Na vele merci´s voor het water en fruit varen we met een volle bijboot terug. “Het zou toch nog hoog water moeten worden?”, zeg ik verbaasd en trek het bootje over de bijna droge zandplaat. “Als ik JA zeg, moet je direct in de boot springen”, antwoord Niels pragmatisch. “Anders komen we niet op tijd door de branding”. Dit keer breken de golven tegen de voorkant tot dat we drijfnat zijn. Van Fata Morgana naar Piraña. We hebben in ieder geval genoeg douchewater.

Verboden vruchten en – vogels
We plannen een hike richting de waterval. We willen toch wel eens zien waar we ons verse drinkwater aan te danken hebben. Maurice, de bewoner van het eerste huis, gidst ons een deel van de route. We lopen door het dorp van zo´n zes woningen. Allen bezaaid met fruitbomen en vergezeld door paarden, honden, katten en geiten. En vliegen zijn er ook, vanwege het overvloedige fruit. Omdat we een gids mee hebben durven we onderweg van de verboden vruchten te snoepen: sterappel, pistache, kokos, mango, pompelmoes, waterkers en nog een structuurloze vrucht dat van binnen naar roquefort stinkt. Volgens Maurice schijnt het goed voor het libido te zijn.

We struinen door verschillende kreekjes – dat belooft wat – totdat we een mooi uitzicht op de Vaipo waterval hebben. Het staat bekend als een paardenstaartachtige waterval met een enkele valhoogte van 1148 ft, wat de hoogste van heel Frans-Polynesië maakt. Deze bocht nog en dan zijn we er. Tadaa! Kurkdroog. Maurice wijst naar de top: “Pine trees”. Een tiental jaren geleden zijn er uitheemse dennenbomen geplant (voor een nog nader te ontwikkelen houtindustrie die waarschijnlijk nooit van de grond komt) en die slurpen zoveel vocht op dat er geen water meer valt. Het gaat zelfs ten kosten aan de biodiversiteit van andere bomen en vogels. De enige reden waarom er nog wel een paar vogelsoorten over zijn, is vanwege een jachtverbod erop. Na mensen, is het nu dus ook verboden om wilde vogels te eten.

Jachtmes
Eenmaal terug heeft Charlotte, de vrouw van Maurice, lunch gemaakt. Twee stoofpotten met wild geitenvlees – fingers crossed. Bananen op verschillende wijze – inclusief vliegen. En gefrituurde boomvrucht – het meest veilige! Maurice heeft de wilde geit zelf geschoten zegt hij en wijst naar de het vel dat aan een rek droogt. De huid gebruiken ze voor een muziekinstrument. We bedanken ze en betalen voor de lunch, het gidsen en de entree naar het dorp. De entree á 10 dollar p.p. wordt uiteindelijk onder de dorpsleden verdeeld. En bij vertrek krijgen we zovéél fruit mee dat het ten opzichte van de lokale marktprijs zich dubbel en dwars uitbetaald.

Een paar dagen later lunchen we bij de buren – het is immers vakantie – welke een simpele maar super lekkere maaltijd voorschotelen. Tonijnsteak, door jager Teiki gevangen en op houtsvuur gegrild, met een salade en vruchtensap uit eigen tuin. Wanneer we onze eerste hap willen nemen, komt Teiki naast ons zitten en laat Niels zijn mes zien. Hij vertelt serieus over zijn jacht: “Ik jaag met mes en twee honden”. En lacht dan in hoge toon: “Dus zijn we met drie honden”. Ik kan zijn verdere Franse vertelsel moeilijk volgen, dus probeer stiekem zijn tatoeages te lezen. Niels zou wel graag mee willen op zo´n geitenjacht, vertelt hij me later.

Vers van de pers
Terug in de hoofd-ankerbaai Tai-O-Hae (lees: internet-baai) gaan we meteen online speuren. De populatie is zo enorm gedaald vanaf het moment dat de eerste Europeanen het eiland bezochten en zodoende nieuwe ziektes meebrachten. Niels leest voor: “De man die ervan wordt verdacht een Duitse toerist te hebben vermoord en te hebben opgegeten, heeft zichzelf aangegeven bij de politie. De 31-jarige verdachte is gids op Nuku Hiva. Henri Haïti werd gezocht nadat de Duitse toerist Stefan Ramin was verdwenen. Samen met Haïti was hij op een traditionele geitenjacht gegaan. De gids was de enige die daarvan terugkeerde. Haïti zou de vriendin van de Duitser aan een boom hebben vastgebonden en geprobeerd aan te randen. Ze wist te vluchten en alarmeerde de politie. In een na smeulend vuur vonden de agenten botten en tanden van de Duitser. Die was vermoord, in stukken gehakt en mogelijks deels opgegeten”. Het artikel is uit 2011, niet meer zo vers dus. Toch een smakelijk verhaal. “En wil je nu nog steeds mee op jacht?”

Eén pot nat
Nog meer kannibalen nieuws: “Monsieur Cannibale is uit de Efteling verwijderd”, lees ik hard op voor. Als kind vond ik dit een van de leukste attracties waar je vrijwel altijd direct aan de beurt bent. Of zelfs in de kookpotjes kunt blijven zitten om nog eens rond de “grote, bijna naakte man van kleur met een pollepel door zijn neus” te draaien. De stereotyperend karikatuur werd door sommige mensen als racistisch beschouwd lees ik op het nieuws. Volgens de woordvoerder moet iedereen zich in de Efteling welkom voelen. In de plaats is een nieuwe attractie gekomen: Sindbad de Zeeman. Nou, daar kunnen wij ook wel in vinden. Voor ons één pot nat. Wellicht was het makkelijker geweest om de pollepel te vervangen voor wat Polynesische tatoeages.

Show
Het is bijzonder druk in de internetbaai. Er zijn namelijk twee rally´s, eentje met Oysters en eentje met Catamarans. Grote, luxe boten dus. Ook de Holland-America Line “Zuiderzee”, welke we in het Panamakanaal tegenkwamen, is aangemeerd. Speciaal voor al deze VIP´s wordt er een ontvangst show georganiseerd. Zo´n cliché moment waarvan je droomt dat je spontaan wordt verwelkomd met een bloemenkrans om je nek of op z´n minst eentje achter je oor. Anno 2022 gebeurt dit alleen als je er dik voor betaald. Met mijn Nederlandse skills weet ik toch subtiel voor een dubbeltje op de eerste rang te komen en geniet lekker mee van de traditionele dans. Begeleid door tromgeroffel zingen de vrouwen op hoge toon en bewegen de “kannibalen” wild in hun rok van palmbladeren. De regen in de vallei maakt de setting extra dramatisch. Aan het eind heeft gelukkig iedereen het overleefd.

Share: