“Black Moon, do you copy?” kraakt een Indisch accent over de radio. Het schip voor ons blijkt een oorlogsbodem te zijn. We naderen de Golf van Aden die de Hoorn van Afrika van het Midden-Oosten scheidt. Precies daar tussenin ligt de corridor waar we vijf dagen lang doorheen zeilen. We antwoorden wie we zijn en dat we vanuit de Malediven naar Djibouti varen. Onbesproken escorteert het fregat ons een paar mijl, tot de avond valt en ze ons alleen de duisternis in laten varen. Of we ons realiseren dat we een hoog risicogebied betreden, vraagt hij tot slot nog. Dat zijn we, denken we, bevestigen we. Maar het gekke is, nu we eenmaal de corridor invaren, voelen we ons juist veiliger dan de dagen daarvoor. We hebben namelijk van alles meegemaakt. Van bedelende vissers tot een visvloot die ons in de val probeerde te lokken. En ook nabije Somalische piraten in onzichtbare skiffs. Onze vloot van vier is een paar keer door het oog van de naald gekropen, tot een aanvaring met bijna ontmasting aan toe.

Piraten of vriendelijke vissers?
“Slow down!” Een visboot komt midden in de Arabische zee op ons af. Acht donkere mannen wuiven, gebaren en roepen door elkaar. Nerveus zwaai ik terug. Na vertrek uit de Malediven hebben we dagenlang moeten motoren en eindelijk lekker de wind in de zeilen. Bovendien willen we ze niet langszij, stel je voor dat ze ineens aan boord springen. We negeren dus hun verzoek, maar zo makkelijk komen we er niet mee weg. Hun boot is veel sneller dan Black Moon. Op de vraag wat ze van ons willen roepen ze in koor: “Tabac, smoke”. Gelukkig zijn we erop voorbereid. We stoppen een pakje sigaretten in een plastic zak, blazen het op en werpen het overboord. Juichend draait de boot om. Met een schepnet wordt de drijvende zak uit het water gevist en zetten ze koers op onze Nederlandse buddyboat, 2 mijl verderop.

De andere twee buddyboats liggen al zo’n 30 mijl voor ons. Via de satelliettelefoon hebben we meerdere keren per dag contact. Zo weten we dat zij helemaal niet door Indische vissers zijn benaderd, wij maar liefst vier keer. Inmiddels zijn de sigaretten er doorheen. “Cola anders?” Weer gejuich. “Ze vragen ook iets te eten” roept Niels naar binnen. Ik gris een pak crackers uit onze noodvoorraad. Niels werpt de blikjes en crackers de skiff in. De drie mannen reageren enthousiast en bedanken ons met een paar rollen koekjes uit India. We zitten allemaal wekenlang op zee, dus iedereen is blij met deze onverwachte koek en zopie.

Goede karma
Dit “gebedel” kunnen we vervelend ervaren en in de ideale wereld zouden we het misschien niet moeten belonen zoals we nu gedaan hebben. Maar we bevinden ons niet in de ideale wereld, verre van. De sigaretten hadden we zelfs speciaal hiervoor gekocht. Als je de vissers niets aanbiedt, blijven ze mogelijk langer rondhangen tot vervelends aan toe, of misschien wel erger. We zien het maar als een extra ticket voor een veilige oversteek of op z´n minst bonuspunten voor goede karma. Doordat de vissers zo vrolijk reageerden zagen we er ook wel de lol van in, tot dat…

 Indische vissers blij met sigaretten, coca cola en crackers, zie ook filmpje op Facebook

In de val gelokt
“Black Moon, change your course to 310 degrees” klinkt het dagen later over de radio. “Otherwise problem.” Een paar mijl voor ons ligt een visvloot met enorme netten. Niels bevestigt de koerswijziging. “Thank you my brother” zegt de visser enthousiast. En hoe dichter bij we komen, hoe meer opgewonden hij wordt. Hysterisch tettert hij Hollanda en in rap tempo somt hij allerlei Nederlandse voetbalspelers die ik zelf niet eens bij naam ken. “Hij klinkt niet Indisch” merkt Niels op. “Eerder Afrikaans of Iraans”.

Het schip is inmiddels in zicht. Gek, denk ik nog, dat we zo vlak langs worden geleid. Volgens AIS vaart het schip niet, maar manoeuvreert met een halve knoop. We komen dichterbij. Ik tel meer dan tien donkere mannen, werkeloos staan ze ons op te wachten. Eén gebaart vanaf de uitkijkpost welke zijde we moeten passeren. En uitgerekend nu gaat onze vishengel af. Niels stapt op het achterdek, ik op het voordek. Terwijl Niels de vis binnen hengelt, bekijk ik met een verrekijker de houten schuit zo’n 100 meter voor ons. Ligt het nou voor anker? Vanaf de boeg zie ik een strakgespannen kabel het water in verdwijnen. Ik volg de denkbeeldige lijn van de kabel en zie een boei, en nog een, en nog een recht voor ons, en verderop nog meer, tientallen boeien, met netten. Ik gil: “Neeee, het is een val!”

Het schip dat ons in het net probeerde te sturen, niemand zwaait terug

Uit schrik gooit Niels de vangst terug over boord. “Hard bakboord!” gok ik in paniek. Niels gooit het roer om, de zeilen slaan bak. Terwijl we met slaande zeilen voorbij stiefelen, staan de mannen aan de reling ons stoïcijns aan te kijken. Ik zwaai, waarom precies weet ik niet. Misschien om een reactie uit te lokken, om te testen of ze terug zouden zwaaien, een gebaar van vriendelijkheid. Ze zwaaien niet terug.

Bijna ontmast
Beduusd vervolgen we onze oude koers, de ondergaande zon tegemoet. Het blijft verdacht stil op de radio. Totdat onze Nederlandse buddyboat, zo’n 5 mijl achter ons, dezelfde visvloot nadert. Ineens horen we paniek over de radio. Willem: “We zijn bijna ontmast!” Hun voorstag is recht op de staalkabel van de onverlichte visboot geknald. Door deze dreun is hun tuig van voor tot achter en van boven tot beneden flink beschadigd. Voorlopig moeten ze verder op de motor. De visvloot strekt nog honderden mijlen voor ons uit. We doen amper een oog dicht.

Somalische piraten
Na de visvloot is het stil op de Arabische Zee. Akelig stil. We naderen namelijk het hoge risicogebied dat bekend staat om Somalische piraten. Dagelijks sturen we onze positie naar de coalitie, volgens protocol iedere ochtend om 08.00 UTC. We nemen nogmaals ons calamiteitenplan aan boord door. Het noodnummer hier, de SOS-knop daar. We hopen het niet nodig te hebben. Net zomin als de stroboscooplamp, pepperspray, machete, speargun, en nog andere verdedigingsmiddelen. Flikkerende lichtjes aan de horizon houden ons nachtenlang scherp. Wanneer de zon op is, is er niets meer van te zien. Ik twijfel wat erger is. Tijdens de ochtendkoffie bericht Adam, onze Duitse buddyboat 30 mijl voor ons, dat hij meerdere skiffs met Somaliërs rond zijn boot had. Om ze af te schrikken simuleerde hij een radiogesprek met een oorlogsfregat. Het werkte.

Boven: Kaart van “hoog risico gebied” met contactgegevens. Onder: Indisch oorlogsschip aan het begin van Golf van Aden corridor

Drones en raketten
Nadat het Indisch fregat ons de duisternis in laat varen, komen er twee nieuwe mailtjes binnen. Eerste mail: een bevestiging van de coalitie op ons rapport dat we de corridor in de Golf van Aden betreden. De vriendelijke Belg voegt daar nog aan toe dat we nu in ieder geval het hoogste risico op piraterij achter ons hebben gelaten. Een zucht van verlichting.

Echter, vanwege het conflict in het Midden-Oosten, varen we nog steeds in een hoog risicogebied. Dagelijks worden vrachtschepen beschoten met raketten en drones. Als we naar links kijken zien we geen Somalië, als we naar rechts kijken zien we geen Jemen. Maar ons navigatiescherm bewijst dat we weldegelijk tussen de twee woestijnen in varen. De Golf van Aden is zo’n 250 mijl breed en voorzien van een IRTC-corridor, we varen in de middenberm tussen de vrachtschepen en tankers. Terwijl we ieder zuchtje wind proberen te benutten, worden we aan weerszijden met topsnelheden van 15 knopen gepasseerd. Allemaal Chinese bemanning staat op hun AIS vermeld, héél toevallig.

Links: Navigatiescherm met info over IRTC. Rechts: Satelliettelefoon voor communicatie en weerkaartjes

De andere mail is van Niels’ pa met het verontrustende nieuwsbericht dat de Houthi rebellen maar liefst 37 drones hebben afgevuurd. Eén vrachtschip is geraakt. Het gebeurde op de dag voor Ramadan. Ondanks dat er sprake was van een staakt-het-vuren zijn er een paar dagen later alsnog 2 drones en 2 raketten afgevuurd.

Vallende sterren
Gelukkig merken we er niets van. Het enige dat we door de lucht zien schieten zijn sterren. Het is een nieuwe maan en een heldere hemel, bij iedere vallende ster doe ik een wens. Wensen gaan uit naar dierbaren, naar nog eens een 20-jarig jubileum, naar een goede vervolgreis door de Rode Zee en voor vrede in het Midden-Oosten. Maar ook wens ik Niels een onwijs saaie 40e verjaardag, waarbij er niets of niemand op bezoek komt, dat we voldoende diesel en wind houden, dat er een keer niets stuk gaat aan boord en dat we veilig en heelhuids in Djibouti aankomen. Al deze laatste wensen zijn alvast in vervulling gegaan.

V.l.n.r. we vieren ons 20-jarig jubileum en Niels´ verjaardag met een verfrissende plons en feestelijke pannenkoeken

Share: