“KAKAA!” klinkt het vanuit de bosjes. “Was dat een vogel of een lokroep?” fluister ik. Geritsel om ons heen. “Waar dan?” Met slechts een paar knopen snelheid draaien we een rondje in de uithoek van de mangrove, een potentiële ankerplek voor de nacht. We hebben de vijf dagen op zee amper geslapen, terwijl we al oververmoeid uit Solomon vertrokken. Met deze “sneaky stop” hopen we onszelf een nachtje op te kunnen laden. Langzaam tuffen we tussen de buitenste eilandjes van Kavieng in Papoea-Nieuw-Guinea door. Dit keer hebben we besloten om ons helemaal niet in te klaren. Daarvoor moet je namelijk naar vast land of een van de hoofdeilanden en dat vonden we te risicovol. Om ons heen zien we platen tussen wilde begroeiing, waarschijnlijk daken van woningen. Van zo’n vijftig meter afstand proberen we met de verrekijker door de bladeren te turen en zien steeds meer silhouetten…
Verstopplek 1: Kavieng mangrove
Op het moment dat we het anker hebben laten vallen zijn we omsingeld door halfnaakte eilanders. Een aantal kano’s komt ons al tegemoet. De een vraagt iets onverstaanbaars. De ander zit stilzwijgend ons te observeren. “Ik voel me hier niet bepaald veilig”, biecht ik na een poosje op. “Nee, en de ankerplek is het ook niet” zegt Niels. “We liggen slechts een paar bootlengtes van het rif af”. We besluiten door te gaan om het op de volgende ankerplek nog eens te proberen. Er staat nog een beetje wind die we kunnen benutten. Het nadeel is dat deze pas vier dagen verderop is. Het voordeel is dat we dan wel op de helft zijn.
Zeilreparatie voor vertrek
Verstopplek 2: Gizo mangrove
Kavieng was eigenlijk niet onze eerste verstopplek. Nog voor vertrek in Solomon hielden we ons schuil in de mangrove van Gizo. Op de dag van uitklaren startte het weekend, wat de sfeer op straat met het uur grilliger maakte. De man van Customs bleef appen dat we de zogenaamde onkostenvergoeding ergens moesten komen afgeven en een stel benevelde vissers werden steeds vervelender. Een paar redelijk-goede nachten later klaarde het weer wat op en besloten we samen met Buddyboot Timy te vertrekken. Deze Jeaneau 39 is sneller dan Black Moon, dus voor ons een extra uitdaging om technischer te zeilen. Zo besloten we om niet de Hydrovane te gebruiken, maar de elektronische autopilot. Hiermee kunnen we juist naar de squalls toe sturen. Een Hydrovane vaart altijd met de wind weg namelijk. Dat is normaal heel fijn, want als je al genoeg wind hebt wil je dat niet ineens verdubbeld zien. Voor deze passage konden we juist ieder zuchtje wind gebruiken om niet te hoeven motoren en daarmee diesel besparen. Het was dus goed zoeken naar passerende squalls om de wind ervan zo lang mogelijk te benutten.
Cumulonimbus bewolking waaruit squalls ontstaan
Verstopplek 3: Hermit atol
Het anker valt in helblauw water en zet zich vast in wit zand. We plonzen er snel achteraan. Wat een heerlijkheid om na 9 plakkerige dagen aan boord af te koelen. “Ik zie de eerste kano’s al aankomen”, wijs ik en douche me snel af. De ene man trekt de deksel van de pan met tomaatjes, paprika’s en bonen erin. “Voor jullie” zegt hij. De ander zet een aantal kreeften aan boord. Ze hoeven er niets voor terug, zeggen ze. Als we de koffer met visgerei en een jachtmes tonen, vinden ze het toch wel een goed idee om wat te ruilen. De nachten daarentegen zijn slopend. Iedere avond slaat het weer om, waardoor we niet veilig liggen. We zetten een extra anker om nog wat slaap te pakken, maar de lijn ervan breekt. We zwieren zo dicht naar het rif toe dat beide boten ‘s nachts anker op gaan. In het pikkedonker gaan we een mijl verderop in het diepe liggen. Zenuwslopend. Na het opduiken van het achtergebleven anker zeilen we vermoeid door naar Ninigo.
Te dicht bij het rif geankerd, het donkerblauwe is te diep voor ons en het lichtblauwe weer te ondiep
Verstopplek 4: Ninigo atol
Wanneer we het atol na een windstille nacht binnen varen krijgen we nog lekker 40 knopen op de neus. Een halve dag later dan voorspeld liggen we dan eindelijk voor het dorpje Mal. De eerste kano komt er alweer aan. Al struikelend over mijn wallen slenter ik over dek om de eilanders te begroeten. Ze verwelkomen ons met verse kokosnoten en wijzen naar het dorpje waar we van harte welkom zijn. Het onstuimige weer houdt nog dagen aan dus we laten liever niet de boot onbeheerd achter. Iedere dag komen er meerdere kano’s langs met van alles: exotisch fruit, kreeft, eieren, zelfs een hele kip! We vermoeden dat “thuis-bezorgd” hier is uitgevonden.
V.l.n.r. Kreeft thuisbezorgd, lieren schoonmaken en ankergerei stellen
“De dorpelingen vragen zich af waarom jullie je verstopt houden” merkt onze bootburen op. Ieder rustig moment klussen we wat: zeilen repareren, lieren smeren, kleding wassen, verstagingen controleren, enzovoort. Deze passage lijkt wel de Dakar rally van de blauwe woestijn. Op dag drie gaan we in de vroege ochtend aan wal. Een tiental kindjes zwaait ons vanaf het strand tegemoet. Verlegen ontvangen de eilanders ons in hun dorp. We hebben een tas vol ingrediënten mee als dank voor al het verswaar, waaronder rijst, bonen en pasta. De kindjes veren op wanneer ik een bosje felgekleurde spaghetti omhoog hou. Niet om te eten, maar om mee te knutselen. Hartjes en bloemen blijken het populairst. Wanneer we zeggen een wandelingetje te maken, worden we door de kids geëscorteerd. Hand in hand lopen we over het junglepad, terwijl de meisjes traditionele liedjes in Pisin zingen. We leren ook een versie in het Engels met de boodschap dat iedereen familie is en dat al het eten gedeeld wordt. Mijn hart stroomt vol en vergeet spontaan al het reilen en zeilen. Wanneer we terug op het strand komen, giet het pijpenstelen. We stappen in de bijboot, zien geen hand voor ogen, laat staan de ankerplek. Aan boord is de rodeo show al begonnen.
V.l.n.r. In het klaslokaal, Black Moon op de telefoon bekijken, knutselen, blij met een lolly, wandelen en zingen
In de opvolgende dagen is het zo kalm dat we nog niet verder kunnen zeilen en we vaker aan wal kunnen. We bezoeken de school, een dik uur lopen vanaf het dorp. Het voelt goed om de benen te strekken en weer wat eelt onder de voeten te kweken. Het schoolgebouw bestaat uit een zestal open lokalen met in het midden een veldje. Van een afstandje horen we gezang. Een juf komt ons tegemoet: “Ze zijn nu aan het bidden, daarna mogen jullie naar binnen om gedag te zeggen”. De schoolkinderen zijn net zo verheugd op ons bezoek als wanneer Sint en Piet in Nederland op bezoek komen. Eenmaal buiten vraagt de schooljuf of we toevallig wat zoets hebben om uit te delen. Ik houd een zak lolly’s omhoog en al gauw beginnen de kinderen te dringen. Om in het thema te blijven strooien we het snoepgoed over het veldje. De chaos is compleet. Iedereen heeft lol.
De outrigger is een zeilkano, hun dagelijkse transport tussen de eilanden
In het dorp spelen we nog een potje dart, doen we mee aan een volleybalcompetitie en zeilen we met de outrigger door het ankerveld. We spelen nog net geen verstoppertje met de kids. Na een week is de wind terug en is het tijd om te vertrekken. We worden uitgenodigd voor een feestmaal in het dorp, bestaande uit cassaveballetjes, cassaveplakken, cassavepartjes, rijst en kip. De tafel is gedekt voor enkel de vier zeilers. Iedereen staat om ons heen te kijken hoe we verlegen met enkel een lepel of enkel en vork eten. Net wanneer ik mijn eerste bordje leeg heb, begint het te regenen en dekken we alle potten en pannen af. We kletsen nog wat met de dorpelingen die inmiddels met nieuwe hoeden, petten, t-shirts en zonnebrillen rondlopen – spullen die we toch niet meer zo vaak gebruikten. Als ik omkijk zie ik de kinderen als hongerige wolfjes uit hun handen eten; kluivend aan kippenpootjes, korrels rijst plakkend in hun kroeshaar en de bolletjes en plakjes cassave ineen gekneed. De magere hond krijgt nog een extra trap na om de rangorde te bevestigen. Voor de laatste keer zwaaien we vanuit de bijboot naar de lieve Maldorpelingen, zoals ze elke keer op het strand hebben gestaan. Naast een bult kokosnoten krijgen we ook nog een stapeltje gevulde-jawel-cassave-rolletjes mee voor tijdens de trip. Voldaan en opgeladen zetten we zeil naar Indonesië.
Wat laat maar, maar toch een reactie van ons. Wat
Een welkom bij de bevolking daar , leuk zeg
Daar kunnen wij hier nog wat van leren. Mooi weer om mee te maken voor jullie. Tot het volgende bericht groetjes van ons.
fjoe… wat een avontuur !!!
ik sluit me helemaal aan bij de reactie van tante Zus…
groetjes van ons XX
Greetje ik zie het helemaal voor me hoe jij daarvan geniet met die kindjes…!! Wat leuk ook om dit mee te mogen maken!!
Was het overal maar zo vredig…
Geniet en liefs…tante Zusx
Van supereng en spannend naar liefdevol en samenleving! 😍
Wat een roller-coaster van belevenissen en gevoelens weer.
Prachtig om te lezen en deze samen met jullie te mogen meemaken.
Op naar Indonesië…!
TakeCare.
Liefs, Dd
Die foto’s ook! Kei mooi :). Liefs Jenna
Wow machtig mooi weer. Zo leuk om jullie te volgen en info via Google op te zoeken. Ook ik heb de deNInigo eilanden nu verkend 🙂 🙂 en ik zing de Pisin liederen nu uit volle borst mee 🙂 🙂 .
Colere, wat een avonturen.
Ga goed kanjers.
Groet!
Wout
PS: het water in de Maas staat hoog.
Wat mooi dat het ook zo kan! Delen en in harmonie met elkaar omgaan.
Mooie reis mooie verhalen en een heerlijke temperatuur. Hier komt de winterjas periode weer aan.
Missen jullie de klimaat wisselingen niet?
Hartverwarmend die liedjes! Blijf mooie verhalen beleven 👍
Het avontuur lonkt weer en daar kunnen jullie geen genoeg van krijgen ! Fijn dat de eilandbewoners zo gastvrij zijn en contact goed mogelijk is. Hopelijk is het weer jullie gunstig gezind en vooral genieten, hoor ! 🫶