Het schip

Jarenlang hebben we het ene avonturenboek na het andere verslonden. Zonder medeweten van deze schrijvers aka wereldzeilers zijn we beïnvloed in de keuze van ons eigen schip: een Taling 33 AK.

De Taling is een oerdegelijk schip en ook nog eens mooi door de klassieke lijn

Technische gegevens

Lengte: 10,70 m
Breedte: 3,15 m
Diepgang: 1,45 m
Gewicht: 6.500 kg
Ballast: 2.500 kg
Zeiloppervlak: 66 m2
Bouwmateriaal: polyester (stevig gebouwd)
Rompvorm: S-spant
Bouwjaar: 1988
Slaapplaatsen: 6 personen
Motor: Vetus 33 pk

Over Taling

Black Moon is een moderne klassieker uit 1988. De Taling is een Nederlands type, ontworpen door Cor Taal. Destijds werden er zo’n 100 tal casco opgeleverd in diverse lengtes. Wij hebben een Taling 33 AK. Het getal 33 geeft de lengte van het schip aan; 33 foot is ca. 10,70 meter. Vanwege de boegspriet die er later opgezet is en de attributen aan de spiegel, is de lengte over alles (LOA) 10,90 meter.

‘AK’ staat voor achterkajuit. Black Moon heeft dus een achterkajuit met een voordeel voor zowel binnen als buiten. Voordeel binnen: een aparte slaaphut, mochten we logees hebben of als opslag. Voordeel buiten: minder buiswater in de kuip, doordat je niet helemaal achterin het schip aan het roer zit. Er bestaat ook de versie ‘ST’, wat staat voor stuurhut.

Zoek de verschillen

Taling 33 AK (L) en Taling 33 ST (R)

Casco opgeleverd

De Taling werd tot 1995 veelal casco opgeleverd, wat betekent dat ze door de eigenaar zelf werden ingetimmerd. Onze Black Moon is heel mooi afgewerkt. Al hebben we wel meer openingen moeten maken, omdat sommige bouten en moertjes van het beslag aan dek onbereikbaar waren. Sommige waren dus sinds 1988 niet meer aangedraaid. Zo hebben we een aantal kleine lekkages kunnen oplossen. We hebben nu overal handluikjes om toekomstige lekkages te voorkomen. Hieronder is een schets te zien van een standaard indeling van de Taling 33 AK.

Indeling kajuit (binnen)

Wat hebben we zoal aan boord gesleept of vernieuwd?

  • Grootzeil vernieuwd: het huidige grootzeil heeft maar twee reven en we willen er graag drie. Met het eerste rif kunnen we het zeil eerder verkleinen, bijvoorbeeld als de wind toeneemt of als we de nacht ingaan. En met het laatste rif houden we een heel klein hoofdzeil over bij bijvoorbeeld zwaar weer of flinke rollers terwijl het helemaal niet zo hard waait. Het tweede rif is alles daar tussenin. Het huidige grootzeil dient nog als reserve, dus die wordt ergens diep weg gestouwd.
  • Kotterfok extra: Een kotterfok is nieuw voor ons en dient dan als tweede voorzeil bij licht weer of als enkel stormfok bij zwaar weer. Onze Taling 33 vinden we groot genoeg, maar we moeten slim omgaan met de beperkte ruimte. De kotterfok is er dus een met leuvers geworden i.p.v. vast op een rol, zodat we het dek vrij kunnen maken dankzij de wegneembare kotterstag. Zo is er ook plek voor het bijbootje (dinghy).
  • Staand want vernieuwd: het staand want bestaat uit twaalf metalen kabels (ook wel verstagingen genoemd) en houden de mast stevig op z’n plaats; met de wind in de zeilen komt er namelijk enorme krachten op de mast te staan. Iedere stag wordt vanaf de mast aan het dek bevestigd en zorgvuldig gesteld, zodat de krachten verdeeld worden.
  • Lopend want vernieuwd: het lopend want bestaat uit lijnen (ook wel vallen genoemd) die door en vervolgens langs de mast lopen en dienen om de zeilen te hijsen; grootzeilval, fokkenval, kotterfokval, genuaval.
  • Hydrovane geïnstalleerd: een moderne stuurautomaat dat achterop de spiegel van het schip bevestigd is. Hiermee hoeven we niet continue zelf het roer te houden en het werkt zonder elektriciteit (we hebben namelijk ook een elektrische autopilot). De Hydrovane bestaat uit 3 hoofdonderdelen: 1) Een windvaan voor de windrichting en –snelheid. 2) Een behuizing met contragewicht (voor de windvaan) en met diverse standen van licht tot zwaar weer. 3) Een roerblad om koers te behouden. Met een lijntje (endless loop) naar de kuip is deze ook te corrigeren. Een groot voordeel ten opzichte van de klassieke ‘windvaanstuurinrichtingen’ (zonder roerblad): dankzij de roerblad en stuurhelm kan de hydrovane ook handmatig bediend worden, bijvoorbeeld als de vaste roer of stuurwiel defect raakt.
  • Vuilwatertank geïnstalleerd: De vuilwatertank voor het toilet zat al aan boord, maar was nog niet geïnstalleerd. In Spanje hadden we al een verstopping, dus deze is er weer uitgesloopt.
  • Dinghy: de bijboot wordt een dinghy genoemd en dient als privé watertaxi naar land en als boodschappenkar terug naar de boot, welke merendeel van de tijd voor anker ligt. We hebben een Lodestar die precies op het voordek past als de kotterstag weggenomen is. Soms is het fijn om de dinghy in opgeblazen toestand aan dek te leggen. Onze andere opties zijn: ontluchten en als pakketje elders op dek wegstouwen of drijvend achter de boot slepen. De dinghy heeft peddels, maar er kan ook een buitenboordmotortje achter.
  • Buitenboordmotor: Het kan voorkomen dat we op een kilometer van de kust voor anker liggen, dus dan is een buitenboordmotor een prima alternatief voor de peddels. Met 2,5 pk is het geen racemonster, maar zo is alles mooi in verhouding met de dinghy en met 5 kg kun je ‘m nog makkelijk alleen tillen. Na gebruik kan de Johnson de hekstoel van het moederschip rusten.
  • De romp: De oude laklaag is er helemaal afgeschuurd tot aan de gelcoad; onder de zwarte lak kwam een laag blauw én ook nog créme vandaan. Het beschadigde vlak aan stuurboordzijde is gerepareerd met epoxy en een heel dun doek voor de egalisatie. Vervolgens is de romp 2x in de primer gezet en tussen alle stappen door geschuurd… Flinke klus dus, maar gelukkig kregen we fijn advies en ook hulp van de werfbaas. Qua lak hebben we International gerold.
  • Het onderwaterschip: Het onderwaterschip beschermen tegen aangroei is een jaarlijks klusje. Afgelopen winter was de boot in het water gebleven, dus dit jaar was het echt nodig. Zeker met ons reisplan. We hebben Scirocco gebruikt. Qua kleur is hoe donkerder des te minder aangroei.
  • Zonnepanelen: We hebben 2 zonnepanelen van 115 watt aan weerszijde van de hekstoel. Deze zijn gemonteerd met NOA-beugels, zodat ze kantelbaar zijn.
  • Accu´s: Alles vervangen: woonaccu 180 ampere, startaccu 75 ampere.
  • Watermaker: We hebben een derdehandse Katadyn 40E gekocht in Curaçao. Tot dien misten we nog niet echt een watermaker, omdat we het overal vrij makkelijk konden tanken voor niet zoveel geld. Ter voorbereiding op de Pacific willen we wel zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn. De Katadyn maakt 5 liter per uur, dus met zo’n 3 uur hebben voldoende water voor een dag. Later, in Tahiti, hebben we een Rainman gekocht (ook tweedehands maar nog wel splinternieuw). Dit was een rib uit ons lijf, maar dan heb je ook wat, want het produceert maar liefst 140 liter per uur. Omdat je ´m na iedere keer met versgemaakt water spoelt, hoef je maar 1x per week te gebruiken. Andere watermakers moet je dagelijks, minimaal iedere 3 dagen gebruiken, anders gaat het membraan er aan (in dat geval moet je ´m steeds pekelen). Er zijn verschillende type Rainman; mobiel of ingebouwd, met of zonder generator. Wij hebben deze in de petrol versie. Hiermee hoefden we onze zonnepanelen en accubank niet te upgraden! Zo heeft iedere variant zo z’n voor- en nadelen 🙂
Black Moon hoort gewoon zwart, dan maar vaker plonzen als het echt zo heet wordt in de Tropen!