Ik steek mijn neus buiten boord en haal diep adem. “Ik ruik het”, roep ik enthousiast. Het zout suist onder de boeg door. Nog één sluis te gaan en dan zijn we weer op het Grevelingenmeer. Het meer dat nog zouter is dan de zee. Het is een prachtig natuurgebied om lekker te zeilen en eilandjes te hoppen. En als de eilandjes vol liggen of als je behoefte aan volledige rust hebt, dan is er altijd wel een mooi ankerplekje te vinden. Kortom, de Grevelingen wordt onze verblijfplaats voor de komende zes weken. Het duurt precies een etmaal om hier te komen. De uren vliegen voorbij door alle hindernissen van bruggen en sluizen, maar ook door het ophalen van bijzondere herinneringen.

We verlaten de haven op dinsdagmiddag 2 juni en willen deze dag in ieder geval de sluis bij Woudrichem en de brug bij Gorinchem passeren. Daarna hebben we nog drie bruggen in Dordrecht en nog drie sluizen in Zeeland te nemen. Schoonzus rijdt ons met de laatste tassen naar de haven, gooit de laatste tros aan boord en zwaait ons al filmend uit: “Tot snel in Zeeland!”. Vanaf de Afgedamde Maas zien we Heusden aan de Bergsche Maas liggen, onze originele thuishaven, onbereikbaar voor Black Moon met staande mast, en waar onze Memory Lane begint. Elf jaar geleden voeren we daar al met ons eerste scheepje Beautje, waar ik nog een heel apart blog over kan schrijven…

Memory Lane
Al motorrend halen we herinneringen op. Enerzijds om de tijd te doden, maar ook om er bewust van te zijn dat we hier een hele lange tijd niet meer gaan komen. Een aantal van onze memorabele momenten:

Maart 2011: Voor een klusdag aan Beautje lopen we vanuit huis naar de strekdam. Daar aangekomen blijken we gevolgd te zijn door onze kat Fokje. Vanaf die dag is zijn territorium uitgebreid; de haven is zijn tweede thuis geworden. Op een zomerse dag begroet Fokje ons bij aankomst in een volle haven, waarna een Amsterdammer naar ons roept: “Ah, is dat jullie khát? Ik krijg 10 euries van je, want hij heeft alle worst opgevreten”. Vele hilarische avonturen volgden.

Foto: Na elf jaar is Fokje in een ander warm nest thuisgekomen. Helaas kan hij niet met ons mee.

Juli 2016: Tijdens een van de zomervakanties richting Zeeland willen we wederom de Wilheminasluis nemen – met ophaalbrug. Niels meldt onze boot Wild van Wind tijdig aan, waarop de sluismeester reageert dat de sluis wel draait, maar de brug gestremd is. Dus moeten we de mast maar strijken, volgens hem. Teleurgesteld en licht wantrouwend keren we terug naar de thuishaven, waarna ik nog eens een poging doe. “Ja hoor mevrouw, u kunt gewoon schutten en ook een brugopeningetje is geen probleem”. Daar aangekomen blijkt zijn dienst erop te zitten en zijn collega wist niets van een stremming een uur eerder…

Foto: Gelukkig schutten we dit keer zonder problemen, de eerste horde is genomen.  

Mei 2020: Black Moon en Banjaard liggen – net als vroeger – naast elkaar achter het anker voor een barbecuefeestje op het strandje bij Well, net voorbij Nederhemert. We zijn niet de enige met dat idee. Binnen een mum van tijd zwelt het mini-natuurgebied – waar normaal gesproken alleen vogels de baas zijn – op tot Duinrell-achtige proporties. Iedere vijf minuten gaat het golfslagbad van start vanwege het heen en weer gebrom, waarbij in een enkele oogopslag maar liefst drie wetten worden overtreden: te jong, te hard en te veel bij elkaar. Tijdens de lekkere strandbarbecue maken beide bemanningen concrete plannen om weer richting Zeeland te gaan. Hier zijn – na vogels – zeilers de baas.

Drijven op het zout
Sinds woensdag drijven we dus weer op het zout. Net op tijd voordat het Caribische klimaat omslaat in een depressie. Heeft het met de volle maan te maken? We maken een pitstop in onze oude haven Herkingen om een vlaggetje van Staatsbosbeheer te kopen, hiermee mogen we aan de eilandjes overnachten. Ook halen we ons reddingsvlot op, welke afgelopen winter gekeurd is. Nog een zwaar onderdeel om mee te zeulen en (hopelijk) nooit te hoeven gebruiken.

In onze vorige blog is te lezen dat we onze waterlijn al naderen. De waterlijn – in ons geval de rode streep onder de zwarte romp – geeft aan hoe diep het schip maximaal in het water hoort te liggen. Onder die lijn is de huid behandeld met antifouling: een speciale verf om aangroei tegen te gaan. Hoe meer organismen op de huid en hoe zwaarder het schip, des te minder snel we nog vooruitkomen…

Maar nu liggen we hier in het beschutte baaitje van de Stampersplaat, met een volle watertank en een 50kg wegende reddingsvlot extra, en de waterlijn is meer zichtbaar dan daarvoor. Rara, hoe kan dat?

Zwaartekracht! Het zoute water verlicht Black Moon…

Share: