“Zou je hier kunnen wonen?” vraagt Niels altijd wanneer we op een nieuwe bestemming aanbelanden. Vaak is mijn antwoord erop “Nee”. Of beter gezegd: “Ja, want we zijn hier nu toch?” Knipoog. Natuurlijk, een verblijf van enkele dagen tot een paar maanden is niet hetzelfde. Maar je ergens thuis vóelen, hoe werkt dat eigenlijk? Is ons thuis nog altijd in Nederland met enkel een logeerkamer en een paar dozen winterkleding? Of puur vanwege familie en vrienden? En wat als zij verspreid over de wereld wonen? Tegenwoordig parkeren zeezeilers hun boot ergens om “even naar huis te gaan”. Na ruim twee jaar reizen voelen wij ook de behoefte om pauze te nemen en, heel realistisch, om de scheepskas aan te vullen. Dat ene kantoorpakje pas ik heus nog wel voor een communicatie job. En ik moet bekennen dat mijn favoriete trui erg aanlokkelijk is om er een lekkere frisse herfstwandeling mee te maken. Maar brengt dat ons verder?  

We hebben het er sinds onze aankomst op Frans-Polynesië vaker over dan anders. Willen we naar Nederland om iedereen eens te omhelzen nu het weer kan en eventueel om wat geld te verdienen? We twijfelen. Ten eerste – en nu gaan we heel ouderwets klinken – de boeken van onze voorgangers vertellen niets over het periodiek terugvliegen naar hun thuisland om bijvoorbeeld kerst met hun familie te vieren of om even te ontsnappen aan hun initiële reisplan. Nee, ze zaten ergens in Verweggistan. Dobberend op zee of juist met een bont gezelschap op het strand. Zoals ook wij vorig jaar op de San Blas eilanden spontaan een kerstdiner hebben gedeeld met twee Kuna indianen.

Onze favo boeken + op de e-reader: Blijven drijven (Vivian Oskam) en Land in zicht (Thomas Siffer)

Nieuwe markt
Juist dit soort ervaringen maken onze reis zo waardevol. En als men geld nodig had, werden er bootklusjes gedaan, sponsoren gezocht, zelfgemaakte sieraden verkocht of gitaar gespeeld. Het tussendoor naar huis vliegen lijkt wel een trend of is het een nieuwe standaard? Sommige maken zelfs een reis in een reis. De boot wordt tijdelijk verruild voor een vliegticket, een resort, een camper of een backpack. Soort van plug-and-play cultuur.

Heel mooi als je je dat allemaal kunt veroorloven. Voor ons is het al een behoorlijk dure grap om de halve wereldbol over te zeilen en dan tussendoor op en neer vliegen… Het afstoffen van onze kantoor outfits zouden wellicht de reiskosten en bootopslag kunnen dekken, maar het brengt ons niet verder. Dat dus ten tweede. En ten derde: het achterlaten van je boot is natuurlijk niet geheel zonder risico. En misschien zit daar juist wel een markt!

Foto drijvend concert achter de boot LiWard, zie filmpje met het lied “My Island Home”

Bootoppasser gezocht
“We zoeken nog een bootoppasser, kennen jullie toevallig iemand?” vraagt Claudette. Onze bootbuurvrouw van ProfAsea hangt vanaf haar SUP aan onze zeereling. Ze werpt een blik over Black Moon: “Jullie boot ziet er altijd zo netjes uit”. Ik grijns en antwoord: “Nou, wellicht zou dat wel iets voor ons kunnen zijn”. Een paar dagen later is het rond. We worden bootoppassers voor minstens drie maanden. Naast een wekelijkse routine is er nog een aparte klussenlijst die extra werkuren opleveren, zoals de romp poetsen, canvas repareren, wat schilderwerk en een reparatie hier en daar. Door deze klus gaan we wel minder eilanden binnen Frans-Polynesië zien. Is dat erg?

ProfAsea in Moorea Marina, onze nieuwe job als Boat Care Takers

Manifestatie
We voelen ons stiekem best wel thuis op dit buur eilandje van Tahiti, onze zogenoemde sweetspot. Bovendien, nu we daar langer over nadenken, een pauze nemen betekent niet dat je dan naar Nederland moet vliegen. Het gaat erom waar je behoefte aan hebt. Voor ons is het om juist even niet te verhuizen, proberen ergens te aarden, misschien wat meer structuur in de dag te bouwen, de scheepskas te spekken en open te staan voor andere mogelijkheden. Ook dit is een belangrijk onderdeel van onze reis. Meer eilanden zien betekent niet dat je er ook écht geweest bent. We leren liever een mooi eiland goed kennen. En juist door te manifesteren waar we behoeften aan hadden, kwam er ineens een mooie gelegenheid voorbij!

Digital nomad
Tegenwoordig bestaat er ook iets als de digital nomad: online en locatieonafhankelijk werken. De eerste paar jaar hebben we allebei bewust afstand gedaan van onze voorgaande professies. Juist om los te komen van de norm “leven om te werken” en te concentreren op onze reis, wat in feite een onderneming op zich is. In het kader van “werken om te leven” heb ik ook mijn LinkedIn profiel weer geactiveerd voor een mogelijke marketingcommunicatie opdracht en ondertussen schrijf ik lekker door voor Zeilen Magazine. Als je doet wat je leuk vindt, hoef je nooit te werken. Zelfs op de boot hebben we met 4G uitstekend internet. Op deze manier zit ik gewoon in bikini aan de MacBook. En in de pauze plons ik in het water of maak een strandwandeling.

Waterpret met zeilvrienden @ahoipaulina

Thuis voelen
“Goh, volgens mij beginnen we in een ritme te komen” zeg ik tevreden op maandagochtend. Het is de standaard dag geworden waarop we water maken. Dan doen we meteen een handwas en het huishouden. Op dinsdag wordt de supermarkt bevoorraad, dus doen we boodschappen. En ja, als je op een boot woont zijn dit werkelijk allemaal dagtaken. Op woensdag is de wekelijks routine op oppasboot ProfAsea, die in een schattig haventje om de hoek ligt te schuilen. Donderdag en vrijdag staan nog open voor extra klussen. En dan is het alweer weekend!

Het schrijven gaat eigenlijk altijd een beetje tussendoor, afhankelijk van de inspiratie en of de omvormer aan kan om m’n appeltje te laden. Niets is vanzelfsprekend, zelfs niet in het paradijs. Soms is er helemaal geen gas of benzine, soms zijn de schappen in de supermarkt bijna leeg. Dan wacht men geduldig op het bevoorradingsschip. Het avocadoseizoen begint weer en de broodvruchten van onze lokale buurman, die aan het strand woont, zijn bijna rijp. We beginnen ons hier steeds meer thuis te voelen. Het zal moeilijk worden om over een paar maanden weer te vertrekken. Maar ons thuis is waar we het vinden.

Share: