“Ben jij zenuwachtig?”, bevragen we elkaar. We weten het niet precies, het voelt gewoon raar. Sinds dit jaar verkeert heel Nederland – de hele wereld – in een status van onzekerheid en soms zelfs isolatie. Wij doen daar nog een schepje bovenop door precies die kenmerken te aanvaarden op het moment dat we de trossen losgooien en aan onze wereldreis beginnen. Maar toch is dat anders. Dat is namelijk onze keuze. En we krijgen er (hopelijk) veel moois voor terug. We voelen ons meer zenuwachtig voor het ‘afscheidsmoment’ dan het daadwerkelijk vertrek; om de zee op te gaan en om nieuwe plekken te ontdekken. Zondag 19 juli 2020 is het dan zover: De uitwuif! 

Ons laatste weekend op het Grevelingenmeer is drukker dan druk. Half Nederland heeft vakantie en half Nederland viert vakantie in… Juist: Nederland. De bootjesmarkt heeft dit voorjaar goed geboerd; te zien aan de vele verse bootjesbezitters die (nog) niet zo behendig zijn in het manoeuvreren. Na een laatste, gezellige BBQ-avond met onze bootvrienden varen we op zondagochtend tegen de meute in om door de sluis van Bruinisse te schutten. Alhoewel deze sluis ook in de richting naar de Oosterschelde tjokvol ligt. We hebben geluk, bij aankomst staan de deuren nog open en Black Moon past er nog net bij. Aan de andere zijde van de sluis ligt de Gemeentehaven van Bruinisse, vol met vissersboten. Maar ook met een grote, openbare parkeerplaats. Hier ontvangen we onze familie en bootvrienden voor de uitwuif. Een geniaal idee van onze bootvrienden, want aan onze twee eerdere ideeën zaten behoorlijk wat haken en ogen.

Eerste idee: Locatie Bruinisse Marina
De Marina is super gastvrij en we hebben de afgelopen maanden meerdere keren aan de ruime wachtsteiger mogen liggen om bijvoorbeeld gasten op te pikken of om een boodschapje te doen (meteen even lekker douchen in het luxe badhuis). Echter, de Marina heeft allerlei restricties doorgevoerd om de doorstroming aan ligplaatshouders en bezoekers in goede banen te leiden. Zie groene pijlen op de grond, rode kruisen op de wastafels, etc. Dus een wachtsteiger vol met wuivende, jengelende en snotterende gasten past niet helemaal in dat plaatje. Bovendien is de kans dat de hele meute zich vervolgens naar de altijd drukke sluis verplaatst aanzienlijk groot en dan staan wij met al die aandacht letterlijk en figuurlijk ‘voor schut’.

Tweede idee: Locatie Roompotsluis
“En als we nou eens door de Roompotsluis schutten. Die is nooit zo druk, zowel in de sluis als aan wal. Dan varen we daarna meteen de Noordzee op, hijsen we de zeilen, enzo… Dat is ook wel een mooi plaatje om uit te zwaaien”, opper ik als alternatief. “Ja, en dan zien ze ons nog uuuuren richting de horizon varen”, helpt Niels me uit het droomplaatje. Ik beeld nu inderdaad allemaal lamme armen in, waarbij de ene arm zich na een tijdje in dermate horizontale toestand verkeerd dat die door de andere ondersteund moet worden. “Nee, dat kunnen we ze niet aandoen”, concludeer ik.

Derde idee: Locatie Gemeentehaven Bruinisse
Terug naar de locatie waar we wél goed afscheid denken te kunnen nemen. Overigens, het mag kennelijk geen afscheid genoemd worden, want termen als uitwuif, uitzwaaimoment, goede vaart wensen, etc vlogen in de rondte. Afscheid is ook een stom woord als je er iets langer bij stil staat. Klinkt als in ‘kaf van het koren scheiden’ of zoiets als gft en papier van elkaar scheiden. Nou ja, heel letterlijk genomen is het ook geen afscheid als in iets definitiefs. Maar het is wel een serieus moment waar we bij stil willen staan en elkaar met aandacht gedag willen zeggen, “for the time being”. In de volksmond wordt dat dan afscheid genoemd. Maar dat is het dus niet. Het is nu officieel een uitwuif. Een uitwuif klinkt leuk. En leuk moet het zijn!

Een beetje ongemakkelijk staan we op de openbare parkeerplaats bij een rustbankje voor wandelaars of gepensioneerde vissers die naar hun oude werkleven willen kijken misschien. Het doet me zelf een beetje denken aan mijn ‘hangtijd’ toen ik nog zestien was. Alleen is het stadsscootertje na twintig jaar verruild voor een zeewaardig schip. En in plaats van zoete AA drinken we koffie uit wegwerpbekertjes. Onze gasten hebben appelflappen, koeken en zelfs champagne meegenomen. Het is een feestje!

Hoewel we een bescheiden aantal mensen voor de uitwuif uitgenodigd hebben, is die aandacht er volop. Onze beide vaders overhandigen ons een bult aan postpakketten. Bij het schattige reiskoffertje wordt toelichting dat heel veel mensen – ook die er niet bij kunnen zijn vandaag – ons nog een uitwuif-groet mee willen geven. “De post stapelden zich zo enorm op dat het koffertje uitpuilden”, werd eraan toegevoegd toen we de drie pakketten in onze handen gedrukt kregen. “Het lijkt Boer zoekt vrouw wel hihi”, floep ik uit. We mogen de pakketjes pas onderweg openen en op sommige staan zelfs data aangegeven wanneer… Dus misschien wel pas met kerst of op onze verjaardagen. Hoe leuk is dat?!

Het is bijna 15.00 uur. Het moment is daar. We verzoeken iedereen om naar de kade te lopen en daar te verzamelen om te zwaaien. Of wuiven. Er is ruimte voor improvisatie. Na dat verzoek lopen we de steiger op en plots horen we gejoel achter ons. Iedereen was blijven staan… om te wachten tot we op de boot zouden stappen? De tranen schieten in mijn ogen door dit gebaar. Door het gevoel dat iedereen letterlijk achter ons staat. Het overvalt me. Het vertedert me. Hand in hand lopen we naar de boot. We starten de motor, doen ons ding, en varen langs de kade waar de theorie van de uitwuif in de praktijk wordt gebracht. Stap één wordt gezet. Dit is het. Zwaaien, roepen, tranen, toeteren, wuiven. Dit was het. Gelukkig hebben we de foto’s én de brieven nog.

 

Share: