‘Kijk, daar in de verte kun je Portugal al zien liggen’. Niels wijst in het panoramabeeld vanaf de top van Cies: een eilandengroep als voorportaal van Ria Vigo. Onze laatste Ria in Spanje alweer. Sinds ons eilandenberaad op het vorige eiland Ons staat de vakantiemodus eventjes op 100%. Toch is het tijd om een vervolgplannetje te maken: na zes dagen aan-een-onbewoond-eiland brengen we een praktisch bezoekje aan de grote stad Vigo, vervolgens verblijven we een paar dagen in het middeleeuws stadje Baiona. Dit is de laatste haven in Galicië, tevens de plaats waar Columbus aanmeerde nadat hij Amerika ontdekt had als zijnde “de nieuwe wereld”. Zelf blijven we bescheiden in onze reisdoel als we ons voorbereiden op een nieuw land: Portugal!

Aan een onbewoond eiland
‘Mhh, goed vol te houden zo’, mompel ik horizontaal in het zonnetje met koude biertjes naast ons op het voordek. We hebben de siësta eindelijk ontdekt. Maar Cies is te mooi om er alleen van een afstandje naar te kijken. Tijdens de wandeling ruik je de licht gepekelde dennennaalden en eucalyptusbladeren; moet je anno 2020 wel even je muilkorfje afdoen. En eenmaal op de top word je beloond met een adembenemend uitzicht.

Oké, oké, we moeten wel helemaal eerlijk zijn. Er zijn twéé minpuntjes ten opzichte van onze vertrouwde eilandjes op het Grevelingenmeer. Het Atlantische water is k k k k koud en er mag jammer genoeg geen vuurtje gemaakt worden… Dat laatste leek ons wel wat tijdens de eerste beach-get-together met de bemanning van Flyer, Sanuti en Fleur de Lis. Gelukkig hadden we genoeg pan, serveza en vino op het picknickkleedje, dus daarmee kwamen we de avond alsnog gezellig door. De inmiddels lauwe bbq-worstjes bakten we om middernacht nog even snel aan boord. Niels: ‘Haha, alsof we de kroeg uit zijn gerold’. Op de laatste avond doen we een kaartspelletje in de kuip en zien we een nieuwe maan vanachter de stad Vigo opdoemen. We kijken verwonderd naar de rode bol boven een zee van kunstlichtjes.

Waterpret in Vigo
In Vigo bruist het centrum! Eindelijk, want de Galiciërs die wij hebben ontmoet waren niet erg vrolijk. Voorgangers waarschuwden ons wel: de haven is vrrrréselijk. Bij het binnenvaren krijgen we een onverstaanbare reactie via de portofoon. Radiostilte. We meren op een willekeurige plek aan tot nadere instructies. Niels blijft aan boord (mocht de havenmeester komen) en ik trotseer met de papieren onder mijn arm het havenkantoor. Meneer de autoriteit zit zwijgzaam en nors tegenover me de nodige gegevens in zijn computer te kloppen. Het duurt zo lang. ‘Wedden dat ie gewoon zit te patiencen’, denk ik mezelf. Vervolgens verdwijnt hij wederom zwijgzaam met al onze belangrijke papieren: paspoorten, bootregistratie en verzekeringspapieren. Voor mijn gevoel zit ik daar wel een half uur lang te duimen draaien. Chagrijnig app ik Niels dat het nog wel even gaat duren. Hij adviseert me vooral te blijven glimlachen. ‘Met een mondkapje op?!’. Ik doe mijn best, maar het tegenovergestelde is onvermijdelijk. En dan word ik ook nog eens hongerig, oftewel hangry! Note to myself: naast papieren ook een energyreepje meenemen. De gastvrijheid is hier echt ver te zoeken. Om over de faciliteiten nog maar te zwijgen. Na een korte inspectie in het toiletgebouw – te vies voor woorden dus – besluiten we onze was van drie weken maar op dek te doen. Bepakt in zwembroek en bikini wassen we uitgebreid onze kleding in een grote waterdichte zak. Na een poosje alles royaal met de waterslang uitspoelen en zo zijn we meteen gedoucht!

Spannende tocht naar Baiona
De volgende dag vertrekken we naar Baiona. We varen Ria Vigo in een potdichte mist uit. En als dat nog niet spannend genoeg is, komt er een securite binnen dat er weer orka’s “actief” zijn. ‘Do not apprauch or feed them’, zegt het mannetje van de radio. Kennelijk zijn ze toch niet altijd zo vriendelijk als tijdens onze encounter langs de Costa del Morte. ‘Wow daar een hele grote… dolfijn’, roept Niels. Verschrikt turen we in de mist en dan komt ie nog eenmaal boven. Misschien wel een griend, zo groot. Gaaf! Opgelucht en nog steeds waakzaam tuffen we nog een uurtje verder. We zien Baiona in de verte en doorkruisen een wedstrijdveld van misschien wel vijftig boten. “Arriba, arriba”, horen we om ons heen. ‘Fijn al de boten, nu zijn het de orka’s die keuzestress hebben’, lach ik.

Op naar Portugal
Na de tweede nacht aan een mooring in Baiona bekijken we de planning voor de komende week. De Portugese kust lijkt door de rechte lijn van Noord naar Zuid appeltje eitje. Maar er is een bekende Nortada waar menig pilot (vaarwijzer) voor waarschuwt. De Nortada is een beruchte noordenwind die langs de Portugese kust blaast, welke meestal ’s middags plots komt opzetten. Of nou ja plots, eerder BAM! Alsof iemand de knop van een wildwaterbaan aanzet zeg maar. Echter, de weersvoorspellingen (Windfinder Pro) belooft lichte noordenwind tijdens onze uitgekiende zeilweek. Het plan is om dagtripjes van ca 30 mijl te maken, zo’n acht uurtjes per dag. Ideaal om binnen daglicht van a naar b te geraken om ’s avonds het stadje te bezoeken.

Kusthoppen
Vooralsnog verloopt alles volgens plan. De eerste etappe van Baiona naar Viano met de passaatopstelling (=groot voorzeil links en klein voorzeil rechts; beide uitgeboomd) en van Viano naar Porto vlinderend (=groot voorzeil rechts met boom en grootzeil links met een bulletalie). Zelfde idee dus, maar met vlinderen staat er meer zeiloppervlak dankzij het grootzeil, maar dat maakt het ook net iets risicovoller.

‘Bulletalie los, NU!’, roept Niels. We worden verrast door een onverwachte winddraaiing van zo’n 20 knopen. Zonder bulletalie hadden we een klapgijp gemaakt; dat vindt de mast niet fijn, je hoofd overigens ook niet. De bulletalie fixeert de giek om deze rampscenario te voorkomen. Echter, het grootzeil wordt alsnog deels naar de andere kant gedrukt, waardoor Black Moon enorm uit het roer loopt. ‘Shit, ik krijg ‘m niet los’, roep ik knielend en sjorrend vanuit het gangboord. We wisselen van positie en ik haal op mijn beurt de grootschoot vanuit de kuip aan. ‘Oké, hij is los. Klaar om te gijpen’, roept Niels en hij laat de bulletalie vieren. Ik zet de giek om en haal de grootschoot weer aan. ‘Zo, dat scheelde niet veel!’, puffen we uit.

Na drie nachtjes Porto vervolgen we de route via Figueira naar Peniche, beide etappes van zo’n 60 mijl. We vertrekken wederom in een potdichte mist, zonder ook maar een zuchtje wind. Twijfel, twijfel. Maar ja, Figueira is niet dé plek om over naar huis te schrijven, dus we besluiten toch te gaan. Twaalf uur lang motoren, waarvan ik meer dan de helft op het voordek heb gezeten voor nét dat beetje extra zicht. Een vissersbootje hier en een kreeftenfuikje daar. Gelukkig kwamen er ook veel dolfijnen langszij zwemmen voor een verzetje!

🐬 Klik voor het FILMPJE MET DOLFIJNEN op deze link: Dolfijnen in de mist naast Black Moon bij Figueira

Thuis in Portugal
Terwijl we een Francesinha – een typisch Portugese sandwich – eten, zingt een straatmuzikant “Saudade” tegenover ons. Saudade schijnt een van de moeilijkst vertaalbare woorden te zijn. Het is een ‘droevige’ gemoedstoestand dat sommige Portugezen en Galiciërs met zich mee kunnen dragen. Wellicht deden die Spaanse vissers daarom zo nors. Google vertelt me dat het een mengeling van gevoelens van verlies, gemis, afstand en liefde kan zijn. In het Nederlands wordt het vaak vertaald met heimwee, melancholiek of weemoed. Mhh, wellicht voelde ik me een beetje saudade bedenk ik me nu. Met de nadruk op voelde, want eenmaal in Portugal ben ik juist helemaal in mijn element. Wij allebei overigens. Wat is dit een fijn land! De mensen zijn er vriendelijk, gastvrij, ze spreken Engels (of zijn in ieder geval niet contactschuw), de straten zijn netjes verzorgd, het eten is er minstens zo lekker als in Spanje en …  de muilkorfjes hoeven niet op in het openbaar. Wat een verademing. We voelen ons nu al thuis in Portugal.

Share: