‘Ahoi, land in zicht!!! Nog een klein uurtje varen en dan kunnen we het anker laten zakken aan het eiland Porto Santo. En slapen! De laatste etappe was zwaar en paste geheel bij de reputatie van deze oversteek. Een uitgebreide update volgt…’. Hierna schakelen we de satelliettelefoon af, waarmee we het thuisfront de afgelopen vier dagen op de hoogte stelden. We maken Black Moon klaar voor haar landing aan dit vulkanische – en tropische eiland. ‘Ik ruik de Pina Colada al!’, grap ik in mezelf vanwege een bijzonder voorval tijdens de oversteek.

‘Ik ben veel minder gespannen dan voor de Biskaje oversteek, wat jij?’, vraagt Niels. Ik stem in. We zijn dit keer nog beter voorbereid. Het eilandenarchipel Madeira ligt te midden van het Atlantische oceaan en de tocht ernaar toe wordt door zeilers vaak onderschat. Er zijn namelijk veel lage- en hogedrukgebieden die elkaar voortdurend afwisselen. Dit maakt het extra uitdagend. Om landrotten een idee te geven: als je per vliegtuig gaat, is de kans groot dat de landing niet meteen of soepel lukt. De piloot is zelfs speciaal opgeleid vanwege onvoorspelbare harde winden en moeilijke landingsbaan.

Foto screenshot van Luckgrib via de satelliettelefoon: Het weerkaartje voor de komende week ziet er gunstig uit!

Dag 1, zondag 11 oktober
Rond het middaguur tuffen we de haven van Lagos uit. Na zo’n drie uur motoren neemt de kaap rechtsachter ons niet langer de wind uit de zeilen. De avond begint goed met een rustige zeegang en aannemende wind. We kunnen zelfs het voorzeil een beetje reven (kleiner maken). De eerste nachtwachtjes gaan van start en natuurlijk net als ik om 03.00 uur vermoeid in het voorverwarmde slingerbedje kruip, kakt de wind in en draait zelfs naar recht van achteren. Met als gevolg dat het grootzeil door de golfslag demonstrerend tegen het staand wand klappert. BAM! KEDENG! Dit betekent een grote zeilwisseling: grootzeil weg, groot voorzeil aan de ene kant uitbomen, klein voorzeil uit de zak en aan de andere kant uitbomen. We dansen een half uur lang in de maneschijn om deze passaatopstelling op het voordek te zetten.

Dag 2, maandag 12 oktober
Satellietbericht, 12:00 uur: ‘Ahoi! Bijna een etmaal gevaren. Alles wel aan boord, wel enorm hobbelig met veel zeilwisselingen. Prachtige sterrenhemel en indrukwekkende maanopkomst! Tot nu een dikke 100 mijl gevaren. Hopelijk komt er nog iets meer wind!’

En er komt meer wind, maar ook met veel winddraaiingen. Dat betekent dus veel zeilwisselingen. Rif in, rif uit. Boom in, boom uit. Bed in, bed uit. De wind neemt alsmaar toe, dus ook het kleine voorzeil kan weg. Vervolgens bomen we het grote voorzeil aan de andere kant uit en tadaa we vlinderen over de oceaan. Deze opstelling wordt ook wel “Het Melkmeisje” genoemd. Hopelijk blijft ze zo mooi in evenwicht gedurende de nacht. ‘Het schip loopt ein-de-lijk lekker!’, lees ik later in het notitieboekje als het weer mijn wacht is.

Foto: Vlinderen met het grootzeil aan de ene kant en voorzeil aan de aan de andere kant; ook wel “Het Melkmeisje” genoemd.

Dag 3, dinsdag 13 oktober
Niels noemt me sinds vandaag Melkmeisje en dat heeft niets met de situatie bovendeks te maken, integendeel. Het zit namelijk zo. Ik doe voor het eerst deze trip een poging om koffie te zetten. Gewoon een instant koffietje he, niks luxe. We proberen namelijk zo min mogelijk met heet water in de weer te gaan. Maar goed, de golfslag is nu iets rustiger. ‘Gadver, veel te sterk’, zeg ik gepikeerd. Ik duik weer onderdeks om een pak melk uit de bilge (opslagruimte in de kiel) te vissen en maak er een café au lait van. Met in de ene hand mijn inmiddels luxere koffie verkeerd en in mijn andere hand het zojuist aangebroken pak melk vraag ik Niels: ‘Pak mijn mok even aan’. Te laat. Ik word verrast door een klotsgolf en word terug in de kombuis gelanceerd. Ik moet mezelf tegenhouden en offer daarbij in een reflex het pak melk op. Met een tsunami tot gevolg. Lauwe, plakkerige melk op het fornuis, in de minikastjes, in de bestekbak, in de koelkast, … Ik giet de koffie door de gootsteen om samen de schade te beperken. De koelkast had een paar weken geleden een opfrisbeurt gehad en is – of was – eindelijk schimmelvrij.

Satellietbericht, 12:00 uur: ‘Ahoi, het gaat goed. We zijn nu bijna halverwege, 213 mijl nu. Gisteren was een frustrerende dag, met veel zeilwisselingen, klotsgolven en te weinig wind. Maar sinds de avond gelukkig bezeild en allebei ook beter geslapen (om en om). Verder lekker weer en de voorspellingen blijven ook goed. Fijne dag allemaal!’

Foto screenshot van iSailor: We zijn halverwege en lopen momenteel 5,0 knopen / 5 zeemijlen per uur

Om gedachten te verzetten luisteren we de rest van de middag naar een podcast. Het fijne daarvan is dat je gewoon om je heen kunt blijven kijken. Niet dat er verkeer is, maar toch. We eten voor de vierde avond op een rij het rijstgerecht dat ik op de vooravond had gemaakt. Het blijkt voor een heel weeshuis geweest te zijn. We hebben inmiddels trek in iets anders, maar dit melkmeisje gaat haar vingers er niet aan branden. Vooruit, ik warm het kliekje dit keer wel in een pannetje op en hutsel er een omelet doorheen. ‘Mhh, lekker!’, hoor ik smakkend tegenover me in de kuip. Tijdens mijn nachtwacht lig ik in de warme glimworm naar de sterrenhemel te kijken. De Melkweg boven me leidt ons langzaam richting Madeira. Ik grinnik om het woordgrapje. Melk-weg.

Dag 4, woensdag 14 oktober
Satellietbericht, 12:00 uur: ‘Ahoi! We lopen op schema; nog een kwart te gaan. Vannacht bulderde ons maantje als nooit tevoren; ze liep 7-8 knopen met een rif in het grootzeil en de genua op met soms wel 20 knopen wind (schijnbare wind schuin van achteren). Halverwege de nacht veel zeilwisselingen van de genua (boom in, boom uit, etc) om bij Seine Seamount vandaan te blijven: een onderzeese berg, waarbij de diepte van ruim 4000 meter naar 86 meter gaat. We hebben immers genoeg wind en golven! Hebben dus niet veel geslapen, maar zijn lekker opgeschoten. Nu is het wat rustiger en hebben allebei lekker gedoucht 🙂 Verder weinig zeeleven te zien, het water wordt wel steeds blauwer. Vandaag maar eens de hengel uitwerpen. Tot morgen!’

 Foto: Land in zicht! Porto Santo met een steeds donker wordende lucht boven het eiland

Dag 5, donderdag 15 oktober
Notitieboek, 00:00 uur: ‘Niels wacht. Lastige laatste uren. Variabele wind, soms 9 knopen, dan weer 20 kn. Stuurboord mastlier kapot + gerepareerd. Zeilen op grootzeil 1 rif + gereefde genua (uitgeboomd), sturen met hydrovane. Motor start moeilijk (kwaliteit diesel?). Wellicht roer/roerkoning iets verschoven. Het was me een avondje wel… “Living the Dream!” 😉 ‘

Dan om 04.00 uur midden in een donkere nacht licht er ineens iets voor Black Moon op. LICHT IN ZICHT! noteer ik groot, want land kan ik nog niet waarnemen. En als je denkt dat je er bijna bent, valt de wind volledig weg. We zijn nu zo dichtbij, maar er dus ook nog heel ver vandaan. We proberen alle zeilen bij te zetten. Tevergeefs. De motor gaat aan. We zijn moe, uiten openlijk onze frustraties naar elkaar over deze oversteek. En voor het eerst vragen we ons af: Waarom doen we dit? Wat drijft ons? We zijn zo zuinig op onze spullen, maar alles gaat kapot. Sneller dan verwacht. En het schip is ons alles. Dus als dat kapot gaat… Maar ja, nu zitten we midden op de Atlantic, dus we zetten toch nog maar even door en zien wel waar het schip strand.

Foto: Niels hijst voor het eerst de gele Q-vlag, vlak voor Porto Santo

Twee keer negatief is positief
Eenmaal achter het anker zijn de negatieve – en weemoed gedachtes al snel verdwenen. Is dit de bekende zeilersdementie? We staan te popelen om het eiland te verkennen. Echter, zoals we vooraf wisten, moeten we eerst in quarantaine. Iedereen op dit eiland dient namelijk een negatieve covid-test voor te leggen. Als je met het vliegtuig komt, dan moet je dat vooraf laten doen. Maar met een zeilboot ben je langer dan 72 uur onderweg, dus wij mogen het bij aankomst laten doen. Het is gratis, maar wel pijnlijk, dus dat is de prijs die we moeten betalen. De gele Q-vlag hangt dus al in het wand nog voordat we Europa uit zijn. Buiten Europa is dit namelijk een normale procedure. Pas als je bij de douane bent geweest en in bent geklaard, kan de Q-vlag naar beneden en de gastenvlag van dat land omhoog. Het tropische klimaat zorgt er wel voor dat we ons niet meer in Europa wanen. Hopelijk zijn de bewoners hier net zo aardig als in Portugal. De volgende ochtend word ik wakker gemaakt door een juichende Niels: ‘We zijn negatief!’. Yes, we gaan aan land!

Share: