‘Haal de stormfok!’, roept Niels. Ik duik de achterkajuit in, maar nog voordat ik terug ben is het al gebeurd. Het voorzeil is aan flarden gescheurd. Door een vlaag van 42 knopen, oftewel windkracht 9, sloeg de genua hard terug naar bak. De nekslag voor onze bejaarde lapjesdoek. ‘Nog maar 1.885 van de 1.900 zeemijlen te gaan…’, grap ik sarcastisch, nadat we in rustiger vaarwater terecht zijn gekomen. Na wat koudwatervrees, vanwege de aanhoudende valwinden tussen de Kaapverdische eilanden in, zijn we een paar dagen later dan verwacht vertrokken voor de grote Atlantische oversteek. Ons dagboek van Kaapverdië naar Suriname: 16 dagen op open zee.

Dag 1, 16 jan, 66 nm: Vertrekdag
Niels haalt het anker op. Zodra de spijker uit de Afrikaanse blub is getrokken, stuur ik ons maantje ferm buiten de baai waar we drie weken hebben gelegen. Daarbuiten moeten we snel een puntje voorzeil zetten om het schip zo stabiel mogelijk te houden. Iets met hoge golfslag en valwinden. Onze bejaarde genua, die we speciaal voor deze oversteek opgelapt hebben, wordt nog even flink op de proef gesteld. We rollen een stukje uit, maar bedenken ons al gauw om toch beter de stormfok… KLAP! SCHEUR! Verstijfd staar ik naar het in repen verscheurd voorzeil dat wild alle kanten op flappert. ‘We móeten d’r naar beneden halen’, zegt Niels resoluut. ‘Jij bij de mast, zeil laten zakken! Ik ga naar voren om ´m binnenboord te trekken’. Met de stormfok op proppen we de oude zeilzak vol en overleggen onze opties qua zeilvoering voor de resterende reis… ’s Avonds komen we ineens in rustiger vaarwater, de wind valt zelfs een beetje weg. Dit is dé kans om de fok op de rol te zetten!

Dag 2, 17 jan, 186 nm: Inslingerdag
‘Ik voel me niet lekker’. En schuif mijn ontbijt aan de kant. De nacht was een hobbelige slingerkoers. Ik duik nog even het slingerbedje in. Niels wisselt me nog voor de lunch af; is ook moe vanwege de gebroken nacht. Even later wordt hij wakker van oergeluiden boven het toilet. ‘Ben je nou zeeziek?’, vraagt hij verbaasd en smeert een boterham voor me. ‘Hier eten, want we moeten de zeilen wisselen’. Terwijl we samen op dek staan te swingen om de fok uit te bomen en de stormfok (kotterfok) op te doeken, komt het vissenvoer er alweer uit. ‘Ik haal wel een doekje’, zegt ie. De schat, denk ik, terwijl ik over de reling blijf hangen tot ik mijn snoet kan schoonvegen. Dan begint hij ijverig naast me de boot te poetsen…

Dag 3, 18 jan, 302 nm: Cocoondag
‘Heh, lig jij nou gewoon binnen?’, vraag ik slaperig. Het is nog nacht en Niels heeft de wacht. ‘Ja, ik dacht ineens waarom zitten we ons zelf te pijnigen daarbuiten in de kou? Als er al scheepsvaart is, kunnen we dat ook hier op het schermpje zien’. Ik spurt niet tegen. Al die brekers in de kuip en continue die wind in je nek… Wel blijven we onze wachtjes om de drie uur draaien, wat inhoudt: van het slingerbedje aan bakboordzijde naar het kermisbedje aan stuurboordzijde. Vanaf deze bank heb je al liggend uitzicht op het navigatiescherm. Wel ieder half uur even je hoofd buiten steken voor een 360 graden check. ’s Ochtends zijn we allebei goed uitgerust, maar we maken er alsnog een soort van cocoondag van. Stevig ontbijt, veel lezen, hengeltje uit en een couscoussalade van verse groente. Vooruit, een paar kleine bootklusjes dan.

^Twee kleine voorzeilen aan weerszijde uitgeboomd: de passaatopstelling. Zo komen we hopelijk ook aan de overkant!

Dag 4, 19 jan, 425 nm: Frustydag
Vandaag zijn we allebei om de beurt met het verkeerde been uit het slingerbedje gestapt. Alles mislukt of gaat uitermate moeizaam. Oké, oké, een paar voorbeeldjes dan. We besluiten dat het tijd is voor een douche, daar knappen we vast van op. Ik pak de puts (verzwaarde emmer met een touw eraan) uit de bakskist en Niels de jerrycan met zoet water vanaf het achterdek. Het idee is om samen met één emmertje te doen. We moeten immers nog een tijdje. Niels sopt zich als eerste in, terwijl de boot wild op en neer gaat. ‘Gódver!’ Volle emmer om. Hij vult nog een emmer en doucht zich snel af. Dan is het mijn beurt. De boot krijgt weer een optater, en jawel, ook deze emmer gaat om… Bijna de helft van al het douchewater in een keer verspild midden op de oceaan. Reden tot hevige discussie, want drinkwater is niet vanzelfsprekend meer. Nadat we allebei zijn afgekoeld kunnen wel lachen om ons geëmmer en gaan we brood bakken. En nét als mijn handen onder het deeg zitten, gaat de hengel af. Niels spurt naar buiten. ‘Een mahi-mahi!’, roept hij nog enthousiast. Binnen vijf minuten is het zowel bovendeks als benedendeks één groot circus…

Dag 5, 20 jan, 548 nm: Mahi-mahi-dagen
We zijn al op een kwart! Maantje loopt gemiddeld 5,1 knopen en dat is prima, vooral zonder genua. We varen liever wat conservatief, zodat de boel heel blijft. De rest van de boel dan. Om die reden hebben we gisteravond de zeilen anders opgesteld: het grootzeil weg en de twee kleine voorzeilen aan weerszijde uitgeboomd. De passaatopstelling. Hopelijk is dit iets comfortabeler qua zeegang en ook omdat het grootzeil af en toe flinke klappen maakte. We fileren de mahi-mahi van gisteren. Na de lunch (sashimi!) hengelen we nóg een mahi-mahi binnen. Dit keer zijn we wel weer een team. Tussendoor wisselen we berichtjes via de satelliettelefoon uit met familie en mede-cruisers. In totaal zijn er zeven Nederlandse boten op de Atlantische oceaan. Dat schept een band. Vier ervan gaan direct naar de Cariben en drie eerst naar Suriname. Drie boten is een wedstrijd, toch?

Foto’s mahi-mahi vangsten, verwerkt tot sashimi, en wat zeewier voor erbij? (klik op de foto voor nog beter beeld)

Dag 6, 21 jan, 676 nm: Schoonmaakdag
‘Liefje, het is jouw wacht’, hoor ik naast me. Ik steek mijn slaperige hoofd in de passaatwind om wakker te worden, kijk om me heen en naar de sterrenhemel boven me. Nog steeds niet heel indrukwekkend, vind ik. Veel grijze wolken en een halve maan dat van onder wordt belicht. In de verte is voor het eerst lichtvervuiling op de horizon te zien. Een schip sinds, sinds, nou ja, sinds 5 dagen dus. Ik zet mijn wekker dan maar op iedere 10 minuten. Later geeft het ais weer dat het een Japans visserschip is. Hij ligt nu stil, maar kan zomaar gaan varen en welke kant op dan? Horizontaal houd ik ´m met één oog open in de gaten. Wanneer het licht wordt liggen we op 5 mijl langszij en vaart ie gelukkig van ons weg…

We houden groot schoonmaak: de een bewapend met de kruimeldief en de ander met een natte doek. Zo kruipen en slingeren we door het schip. De afvalbakjes zijn vol en de inhoud ervan wordt gesorteerd volgens de cruisermethode: plastic en vochtige doekjes proppen we in een lege water jug, dop erop en aan dek ermee. Dat scheelt ruimte en stank binnen. De buitentemperatuur stijgt sinds een paar dagen en we zweten van deze ochtendgymnastiek. Dit keer nemen we een andere douchetactiek. Op het dek scheppen we emmers zeewater met de puts omhoog. Oneindig veel water gooien we zo over ons heen. Lekker fris! Daarna vegen we het zout met een zoet washandje af. Tot slot drogen we in onze nakies in het zonnetje op. Er is toch niemand om ons heen.

Dag 7, 22 jan, 787 nm: Ellendige nacht
De wind is wat gaan liggen. Loom komt Black Moon nog vooruit, maar wel rollend van links naar rechts. En weer van rechts naar links. Als in con-ti-nue. Soms maakt ze slagzij van 30 graden! Alles piept, kraakt, kreunt of dreunt. Con-ti-nue. Ieder minikastje, plankje, kopje, bordje, pen, zonnebril, boek, puts, lijn, mast, spiboom, zeil, bemanning… maakt geluid. Theedoeken, washandjes, schuursponsjes, teakhouten spietjes, viltjes, keukenpapiertjes, klittenbandjes, zeilelastieken… worden multifunctioneel. Ergens midden in de nacht ben ik uiteindelijk toch ver naar dromeland vertrokken, wanneer Niels de bilge induikt en alle bakken met proviand naar boven haalt, welke vervolgens wild op en neer schuiven. Op nog geen 30 cm langs mijn oor. Gerinkel, gebonk, gevloek worden verweven in mijn droom, terwijl ik terug de realiteit in wordt gezogen. Alweer een slapeloze nacht.

Dag 8, 23 jan, 902 nm: Zeeën van tijd
Het is dag 8. Blijkbaar, want zo voelt het niet. Tijd is rekbaar geworden. Lokale tijd weten we eerlijk gezegd niet; we zijn waarschijnlijk al 1 uur terug in de tijd gegaan. We leven volgens de UTC (universele tijd). Suriname is 3 uur vroeger dan UTC en in Kaapverdië waren we al 1 uur terug, dus we doorkruisen nog 2 tijdzones. Qua nautische mijlen zijn we wellicht morgen halverwege… Dat is het enige dat telt. En terwijl ik dit type hoor ik van buiten: ‘Zal ik de hengel uitgooien?’. Zie, leven in het hier en nu.

^Korte video van Black Moon midden op de Atlantische Oceaan. Klik op bovenstaande foto of HIER.

Dan, als we weer op het dek staan op te drogen, gebeurt er iets schokkends. ´Kijk daar nou, ik zie een zeiltje!´. Niels wijst naar achteren. Hoe groter het zeiltje wordt, hoe groter de inbreuk op onze privacy. We waren toch helemaal alleen op de oceaan?! Zo dadelijk moeten we ons nog aankleden ook. Dan popt op het ais ook het bootje digitaal: White Pearl, uit… Nederland! Het zeiltje van daarstraks blijkt op 30 meter afstand een flinke genua, daar kan ons fokje niet tegenop. ´Tot volgende week in Suriname´, roepen we naar elkaar en ze verdwijnt samen met de zon aan de horizon. We zijn onze eerste positie kwijt, maar hebben als troostprijs een mooie foto en video.

Dag 9, 24 jan, 1.010 nm: Halfway-day
Einde ochtend zijn we precies halverwege de oceaan! Dit moet gevierd. Ook vandaag zijn we niet alleen. Dolfijnen, vliegende vissen en stormvogels zijn van de partij. Het is een rustige zeildag, dus we pakken uit. We draaien muziek en lezen nog wat brieven die we bij het grote afscheid een half jaar geleden meegekregen hebben. Jawel, op dag 3 waren we exact een half jaar op reis. Totaal niet bij stilgestaan die dag. Toastjes met paté, blokjes Hollandse kaas (uit Kaapverdië welteverstaan) met een av´tje erbij… Niets. Meer Doen. ´Of zullen we de halfwinder optuigen?´, oppert Niels. En zodoende wordt het feest omlijst door onze grootste lichtweerzeil.

De halfwinder is een lichtweerzeil van een soort vliegerstof waar je heel alert bij moet zeilen

Dag 10, 25 jan, 1.124 nm: Verveeldag
We vervelen ons. Eindelijk! Ik begon me al zorgen te maken dat er iets abnormaals was met ons. Niet dat we niets te doen hebben, het is meer een gebrek aan motivatie ervan. Er ligt nog een hele mahi-mahi in de koeling. The catch of Yesterday. Die moet eigenlijk wel bereid worden. Pff. Zo´n gedoe. TRRRR. ´Oh nee, de hengel gaat af´, zucht ik. Nu moeten we wel in actie komen. Dit keer geen mahi-mahi, maar een soort van zeebaars. Leuk, weer eens wat anders! De oven gaat aan en het duo wordt geprepareerd. We zijn er unaniem over eens dat dit anonieme visje veel lekkerder is. Niels: ´Eigenlijk is die mahi-mahi maar een overgewaardeerde vis´. Ik doe er een nog een schepje bovenop: ´Inderdaad, met z´n kekke jasje en exotische naam… het is gewoon zeekip!´

Dag 11, 26 jan, 1.246 nm: Groundhog-day
Vandaag is veel van hetzelfde… Als ik dit dagboek niet deftig bijhield, zouden we het allemaal niet meer weten eerlijk gezegd. De repeterende activiteiten bestaan uit zeilen trimmen, koers bijstellen, logboek invullen, eten, douchen, aanrommelen, opruimen, bootklusjes, poetsen, verse voorraad controleren, vissen, koken, lezen, schrijven, slapen… Wat voor nieuws valt er te vertellen.

Nou, anders dan gewoon voeren we vandaag door nóg méér sargassowier; complete vloertapijten kwamen ons tegemoet en bleven ofwel aan het hydrovane-roerblad, ofwel aan de snelheidsmeter, ofwel aan de lijn hangen. Daar waren we steeds zoet mee. Eén keer moesten we de lijn met z´n tweeën naar binnen trekken. Zittend, liggend, kreunend… alles was geoorloofd, zolang we het kunstaasje maar niet kwijtraakten. Ik was even bang dat er een reusachtige zeekip aan zat.

Even later was dat ook zo. Zijn kop alleen al vulde de hele fileerbak. Onze operatie gaat als volgt. Niels liert de lijn binnen, ik schep de vis met het net op dek. Dan kruipen we om de beurt terug in de kuip. Ik sproei alcohol (70%) in de kieuwen, waardoor de vis binnen een paar tellen knock-out raakt en vaak meteen overlijdt. Snel aasje, hengel en net opbergen en een puts zout water scheppen. Zodra we zeker weten dat de vis overleden is, snijdt Niels de huid over de buik en rondom de kop. Aan mij de weledele taak om het organenpakketje eruit te trekken en de “nek” om te draaien. Nu gebeurde er iets onverwachts. Met zijn gigantische dinosaurushoofd tussen mijn glibberhanden tordeerde ik de kop tot de wervel krrk zei… Begint ie ineens te stuiptrekken. ´Huhhuhuhuh´, stuiptrek ik mee. Niels lachen. Ik zag al helemaal voor me hoe hij er als een zeekip zonder kop vandoor ging… Grapje, het was natuurlijk het zenuwstelsel. Het doden van een vis is natuurlijk niet leuk, maar we zijn geen vegetariërs, dus we vinden het wel een goede ervaring om dat proces helemaal zelf te doen.

Foto’s vlnr: diverse vis uit de oven, lekker lezen in kuip (duizenden boeken op de e-reader) en een creatieve ontbijttafel!

Dag 12, 27 jan, 1.365 nm: Volle maan
Niels haalt zoals iedere ochtend een vers weerkaartje binnen. Dit doen we via de satelliettelefoon (Iridium Go!) i.c.m. de app Luckgrib (ios). De ingekakte wind houdt aan de komende week: 19 knoopjes van achteren, Oost-Noord-Oost. Lekker passaatwindje hoor, niets dreigends voorspeld. Lucky us! Alleen moeten we nu wel iets meer West opsturen, want als we te Zuidelijk – ter hoogte van Frans-Guyana – uitkomen krijgen we meer wind en stroom tegen, en dat maakt de een-na-laatste zeildag nóg oncomfortabeler.

Neptunes heeft namelijk de knop van de wildwaterbaan weer aangezet. De blauwe plekken zijn inmiddels ontelbaar geworden. We trappen ook geregeld op elkaars tenen. Vaak letterlijk. Soms ook figuurlijk. Dat komt omdat alles zoveel moeite kost. En ja, die frustratie reageer je dan op elkaar af. Of op de boot. Maar vandaag kunnen we ook de volle maan de schuld geven. Wat is er dan zo frustrerend? Een paar voorbeeldjes: Alleen al een simpel koffietje maken is al een hele operatie waar volledige assistentie bij vereist is (lees ´De Melkweg naar Madeira´). Zelfs je broek ophijsen is levensgevaarlijk, want er komt een moment dat je beide enkels gefixeerd zijn en je je beide handen nodig hebt om ‘m omhoog te hijsen. En juist op dat moment komt er onverwachtse golf waardoor je als een playmobilpoppetje door zijn blokkendoos geschud wordt. Overigens is dat probleem al lang opgelost, want het wordt steeds warmer. Het is zelfs al zo warm dat we helemaal geen broek meer aan hoeven. Ondanks dat de omgeving onveranderd blijft, voelen we dat we er bijna zijn. Het wordt ook tijd. De flessenpost zit bijna vol. Maar stiekem mag het ook nog wel even duren van ons.

Waar we ook achter zijn gekomen is dat we kennelijk op dag 4 een uur terug in de tijd zijn gegaan. Namelijk op de grens van 29graden West naar 30graden West. Het volgende tijdverschil vindt plaats op 45graden West – en dat was vannacht. Daarboven ligt Suriname.

Dag 13, 28 jan, 1.493 nm: Rustdag
Vandaag mogen we niet veel doen van elkaar. Na een beroerde nacht begin ik ’s ochtends toch stiekem ijverig aan een bananencake – dat mocht dan weer wel. Iets met eigenbelang. En zonde om de bananen overboord te moeten gooien. De rest van de dag nestel ik me op de bank met een podcast en warme cake. Niels is alsnog druk geweest met vissen. Dat wil zeggen dat hij zich vooral druk maakte vanwege niet één, niet twee, maar drie gestolen aasjes. De lijn is telkens gewoon doorbeten, waarvan de laatste een staaldraad was… Een haai?!

^Tonijn vangst in een tropische regenbui!

Dag 14, 29 jan, 1.617 nm: Natuurlijke wekker
We worden gewekt door vogelgeluiden. Drie tropische vogels vliegen boven ons langs en zijn druk met elkaar in gesprek. Witte pijlstaartvogels of zoiets. We’re getting closer! Het ziet er naar uit dat we over drie dagen gaan aankomen. Nog 335 nm te gaan.

Einde dag worden we getrakteerd op een eerste tropische stortbui. We reven de fok en nestelen ons binnen met de luiken dicht en een podcast aan. TRRRR! ´Een tonijn, eindelijk een tonijn!´, hoor ik buiten. We doen een regendansje.

Overigens, we leven niet meer volgens de UTC, maar volgen het ritme van de zon.

Dag 15, 30 jan, 1.741 nm: Ready for launch
We gaan steeds trager. Maar niet minder hobbelig. Vannacht zijn we allebei om de beurt uit het kermisbedje gekatapulteerd. Op een onbepaald moment kantelt de boot diep naar stuurboord – de kant van het kermisbedje – in een golf en je lijf zakt comfortabel mee in de hoek van de bank. Dan denk je even, lekker. Maar binnen die paar secondes wordt de boel op scherp gezet. Vervolgens breekt een ferme golf tegen de romp, welke het schip in een klap de andere kant opwerpt. Niels heeft nu een gat in zijn lip. Net als de tweede tonijn die gisteravond ontsnapte.

Met slaperige ogen grasduinen we nogmaals in de digitale pilot (vaaraanwijzer) voor informatie over de Surinaamse rivier: Hoe de rivier aan te lopen, wat doet de stroming, waar moeten we ons melden, hoe moeten we ons aanmelden, etc. Vooraf op de Kaapverdië zijn we uitgeklaard, hebben we een visum aangevraagd, havenplaats gereserveerd en anno 2021 hebben we de negatieve PCR-resultaten paraat. Maar dan nóg schijnt het een hoop bureaucratisch – en vooral logistieke bedoening te worden. Ik zet alle nodige documenten en nog meer op een stickje, mochten we alles old-school moeten printen. Wordt vervolgd…

Helaas hebben we vernomen dat ook in Suriname de maatregelen aangescherpt zijn. De weekenden en avonden zijn in lock-down gegaan… Jammer, maar we merken ook hoe fijn het is om minder prikkels te hebben gedurende een dag. Nooit gedacht dat uitgerekend ik met zo’n weinig slaap (gemiddeld 5 uur per nacht) toch redelijk fit ben overdag.

Niels start de motor, de zeilen kunnen bijna naar beneden. Pruttel, pruttel, pruttel… De motor valt uit en start niet meer.

Dag 16, 31 jan, 1.873 nm: Finish in zicht
De blauwe oceaan wordt steeds bruiner. We zijn er bijna! Dat wil zeggen, we zijn bijna bij de uiterton. Deze boei geeft de grens van de Atlantische Oceaan en de ingang van de Surinaamse rivier aan. Voorbij de uiterton vaar je door een smalle, ondiepe geul. Concentratie. Voorbij deze geul moeten we het anker uitgooien om bij daglicht en gunstige stroming de route op de Surinaamse rivier te vervolgen, zo´n 7 uur varen, maar dit alles is voor een volgende flessenpost…Eerst deze mijlpaal: We hebben gewoon de gróte Atlántische Oceáán overgestoken! ´Ik zet de champagne alvast koud´, juich ik.

Niels start de motor, de zeilen kunnen bijna naar beneden. Pruttel, pruttel, pruttel… De motor valt uit en start niet meer.

Share: